Dat hebben de ministers Donner (Justitie) en Remkes (Binnenlandse Zaken) donderdag aan de Tweede Kamer geschreven. De alarmfases maken deel uit van een pakket maatregelen dat het kabinet neemt naar aanleiding van de aanslagen in Madrid op 11 maart. Volgens een woordvoerder van Remkes werken hulpdiensten en de NAVO ook al met dergelijke systemen, maar die zijn niet op elkaar afgestemd. Dat moet met de nieuwe alarmfases wel gebeuren.

Het zogeheten alerteringssysteem is niet alleen bedoeld voor overheidsinstanties en bedrijven, maar ook voor burgers. Die moeten zich eveneens bewust worden van de toegenomen risico’s en eventueel zelfs worden ingeschakeld bij het voorkomen van aanslagen. In de brief noemen de bewindslieden als voorbeeld dat burgers kunnen worden aangespoord om opvallende zaken door te geven aan de politie.

Verder laat het kabinet zogeheten ”soft targets” in kaart brengen. Dit zijn „potentiële doelen die vanwege hun karakter een verhoogd risico vormen”: te denken valt aan plaatsen waar veel mensen bijeenkomen, zoals stations. Verder komen er extra mensen en middelen om potentiële terroristen op te sporen en hun plannen te verstoren en moeten de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en opsporingsinstanties beter gaan samenwerken.

In Europees verband heeft Nederland aangedrongen op een betere uitwisseling van gegevens, zoals vingerafdrukken maar ook gestolen en verloren paspoorten. De nieuwe veiligheidscoördinator De Vries moet daar aan gaan werken.

In de brief gaat het kabinet ook in op de maatregelen die al zijn genomen na de aanslagen in Madrid. Dat betreft extra beveiliging voor de ambassade van Spanje, maar ook het op de hoogte stellen van de vervoersmaatschappijen en de beheerders van infrastructuur. De AIVD en het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) zijn naar Madrid gereisd om informatie uit te wisselen.

De bewindslieden sluiten niet uit dat er een relatie is tussen de aanslagen in Madrid en terreurgroepen in Nederland, maar hebben voor die relatie geen bewijs.

De VVD-fractie in de Tweede Kamer heeft uiterst kritisch gereageerd op de plannen van het kabinet. Kamerlid Wilders: „Er staan vooral veel vage voornemens in de brief van de bewindslieden. Allerlei dingen worden onderzocht, besproken en nagetrokken, maar er staan nauwelijks concrete actiepunten in. Dat stelt me erg teleur.”