Vonne van der Meer wint CLO Literaire Juryprijs
Vonne van der Meer heeft zaterdag met haar roman ”Winter in Gloster Huis” de Literaire Juryprijs van het Christelijk Literair Overleg (CLO) gewonnen. In dat boek stelt ze de thematiek van het zelfgekozen levenseinde aan de orde.
De jury schrijft in zijn rapport dat Van der Meer met ”Winter in Gloster Huis” een onderwerp heeft gekozen dat midden in de maatschappelijke discussie staat. Haar boek doet denken aan een jongensboek maar gaat eigenlijk ook over „twee jongensachtige volwassen broers, die bloedernstig hun heel verschillende ideeën en idealen verdedigen over het levenseinde van de oud geworden mens die nog wel gezond is, maar op het leven is uitgekeken en dood wil. Thematisch in dit stijlvol geschreven boek is de liefde voor de waarde van het leven.”
De roman doet volgens de jury –die dit jaar bestond uit Hans Werkman, Len Borgdorff, Andries Knevel, Henriëtte van de Wetering en Mieke Wilcke– denken aan het Bijbelboek Esther. Juryvoorzitter Werkman: „De schaarse joods-christelijke verwijzingen zitten in een heel klein hoekje: een klok die een oud verlangen wekt, de titels van enkele romans waarin het geloof een rol speelt.” De roman is, aldus het juryrapport, al vele malen geciteerd, tot in de Tweede Kamer toe.
Ouderenzorg en levensbeëindiging zijn actuele thema’s die de Vonne van der Meer na aan het hart liggen, zoals ze zelf zegt. Twintig jaar geleden al schreef ze er een verhaal over: ”Bericht uit de bezemkast”. De thematiek heeft haar daarna niet meer losgelaten: „Het onderwerp is steeds belangrijker geworden in de samenleving. De dominantie van de ideeën over ‘voltooid leven’ is beklemmend. Er wordt gezegd van de kwetsbare ouderen: „Jullie zijn veel te duur.” Die woorden zijn niet onschuldig.” De schrijfster, die voorlopig even afstand van het onderwerp wil nemen, vindt dat ”Winter in Gloster Huis” ondanks het zware thema over het levenseinde toch een licht boek is geworden: „De liefde tussen mensen en de aandacht voor elkaar winnen het.”
Het CLO wil met de Literaire Juryprijs –dit jaar voor de tweede maal uitgereikt– auteurs stimuleren die het christelijk geloof een positieve rol van betekenis geven in hun werk en tegelijk literaire kwaliteit nastreven. De prijs bestaat uit een geldbedrag en een beeldje van ”De denker” van Rodin. Behalve Van der Meer waren ook Janne IJmker (”Wij hadden het leven lief”), Arie Kok (”Nachtmotet”), Rosita Steenbeek (”Rose”) en Helga Warmels (”Goede dagen”) genomineerd. De vorige prijsuitreiking was in 2014. Toen won Stevo Akkerman met zijn roman ”Donderdagmiddagdochter”.
De prijsuitreiking vormde het sluitstuk van de jaarlijkse CLO-literatuurdag, dit jaar in de Cultuurfabriek in Veenendaal – waar ook de Veenendaalse bibliotheek gevestigd is. De dag stond in het teken van de vraag ”Wat drijft de schrijver?” Hoofdsprekers waren schrijfster en filosofe Désanne van Brederode en journalist en schrijver Stevo Akkerman. De lezingen werden afgewisseld met muziek en gedichten, terwijl het CLO tussendoor afscheid nam van secretaris Nettie Dees.
In haar lezing stelde Désanne van Brederode dat ze de slogan ”God loves you” erg oppervlakkig vindt. Christen-zijn heeft volgens haar meer te maken met verliezerskunst dan met levenskunst. „Vaak lijkt geloven de makkelijkste weg, maar daarmee begint de worsteling pas. Misschien komen er geen antwoorden. God Zelf heeft Zich op Golgotha verwaardigd om te twijfelen en te wanhopen.” Ze acht het belangrijk om zich te verplaatsen in de ander met zijn verdriet. „We moeten naar de ander omzien en zelf aan de ellende van de ander kapot durven gaan. Wie dat doet is misschien al verlost. Er kan dan ruimte komen voor iets van bovenaf.”
Tijdens een workshop tussen de thrillers op de tweede verdieping in de bibliotheek gaat ze daarop door. „Nergens wordt er zo veel opstandingskracht verwekt als daar waar mensen luisteren naar elkaars pijn. Daar kan een bewustzijn ontstaan, zodat je over de eigen pijn kunt praten en verder kunt komen.” Een deelnemer aan de workshop kan in Van Brederodes boek ”Vallende vorst” maar weinig hoop ontdekken. De schrijfster: „Het idee in deze maatschappij is dat alles maakbaar is, maar dat is niet zo. De commerciële heilsleer van coachen en oefeningen doen is bijna psycho-fascistisch. Ik wilde de pijn laten zien zoals hij is. Het zou voelen als verraad als ik in dit boek perspectief zou bieden. Misschien is er in een volgend boek wél hoop.”
In andere ruimtes in de bibliotheek spreken andere schrijvers over hun werk. Zo vertelt Arie Kok in een rustige ruimte op de non-fictieafdeling over ”Nachtmotet”: „In dit boek gebeurt veel in de nacht, letterlijk en metaforisch. Het gaat toe naar de lente en het leven”, zo licht hij een tipje van de sluier op. Intussen licht journalist Helga Warmels toe hoe ze in ”Goede dagen” uitgaat van de werkelijkheid, maar die vervolgens aanpast en in een mooie vorm giet. Een paar meter verder leest een jongen de Donald Duck.
De groep rond Stevo Akkerman heeft uitzicht op een plein met daarachter de oude christelijke gereformeerde kerk in het centrum. Hier gaat het over schrijftechnieken. „Je kunt mensen in een paradijselijke omgeving plaatsen, terwijl het met hun innerlijk niet zo goed gaat. Dat zorgt voor een spannende tegenstelling.” Wat is geloof in literatuur? Akkerman: „We reiken naar een werkelijkheid waarvan we een vermoeden hebben en die we niet kunnen vangen.”