Kleinsteedse Duitsers zijn bezorgd en ook een beetje boos
De protestpartij Alternative für Deutschland wil niet alleen de politiek, maar ook het vaderland zuiveren. Op pad met de lijsttrekker André Poggenburg in Naumburg aan de vooravond van een klinkende verkiezingsoverwinning; de AfD pakte in Saksen-Anhalt 24,1 procent van de stemmen en werd daarmee de op een na grootste partij, achter de CDU.
Tussen het station en het centrum van het stadje Naumburg, in het oosten van Duitsland, loopt een tram. Het is welgeteld één wagon, beige en met opzet een retro ogend model. Lijn 4 staat erop, van Hauptbahnhof naar Vogelwiese. Het is Ostalgie, want de rails die hier vroeger liepen, zijn pas weer opnieuw aangelegd.
Het wagentje zit vol. Maar de straten zijn leeg. Of toch niet. Bij het station en in het park bij de dom hangen groepjes jongeren rond. Ze zijn opvallend lang en donker. Uit Somalië, Eritrea, die regio. Ze doen niets, ze zijn niet bedreigend. Maar alleen zij bepalen het straatbeeld, afgezien van enkele gezinnen in joggingbroeken, zeulend met tassen van ALDI en ReWe.
Waar zijn de gewone Duitsers? Ook als je een ”welkomstcultuur” belijdt, zoals de Duitse overheid, voelt het ongemakkelijk. Zowel de jongens als de Duitsers die hier wonen, praten niet makkelijk. Taboes, politieke correctheid, het zit allang in de haarvaten van de multiculturele maatschappij. Pas als we elkaar na uren weer tegenkomen, zegt de man met het Borussia Dortmundsjaaltje om: „Over een paar jaar is het hier burgeroorlog.” Hij zegt het somber, meer gelaten dan opstandig.
Kerkklokken
Het is zaterdag zes uur. Als het trammetje stopt, hoor je overal klokken luiden. Vijf grote kerken roepen om bezoek; maar dat is schaars. Alleen de rooms-katholieke, pas in 1962 gebouwde ”Peter en Paul” loopt een beetje vol. De middeleeuwse pracht van de reusachtige dom, beroemd om de beelden van zand- en kalksteen, contrasteert heftig met de leegte erin en eromheen. Bijna 80 procent van de mensen in Saksen-Anhalt geeft aan in niets te geloven, het hoogste percentage in heel Duitsland.
De tram gaat verder naar eindpunt Vogelwiese. Dat stukje groen is vlak bij een jeugdherberg ten zuiden van de stad die enkele maanden geleden werd omgezet in een opvangcentrum voor vluchtelingen. Op 8 februari, even na zessen ’s avonds, dreigde het daar uit de hand te lopen. Een steekpartij zou een bloedbad worden en de onervaren leiding sloeg alarm.
Het hele apparaat werd gemobiliseerd en het Naumburger Tageblatt telde mee. Zeventien auto’s, politie, ambulances, brandweer en andere hulpdiensten arriveerden en in totaal 73 geüniformeerden liepen elkaar in de weg. Politiewoordvoerder Gesine Kerwien moest later beschaamd vaststellen dat het ging om een Afghaan en een Iraniër die elkaar met een vork hadden geprikt. Bron van het conflict was de latente onmin tussen oude asielzoekers en nieuwe vluchtelingen.
Mopperen
Naumburg telt ruim 32.000 inwoners. In de gemeenteraad heeft de CDU 21 van de 39 zetels. De rest is klein spul. Het Duitse stadje is in de oorlog niet zo verwoest als andere steden, ook al vielen 100 mensen en 700 huizen ten offer aan het Amerikaanse bombardement van 13 april 1945. Toen waren er in Naumburg 60.000 vluchtelingen, 80 keer zo veel als nu.
Veel is nog echt middeleeuws, van de kinderkopjes in de straten tot aan de Marientor, die in de veertiende eeuw ongewenste elementen moest tegenhouden. Er is nog steeds een Judengasse, ook nadat de stad Naumburg de Joden op last van paus Johannes XIX in 1494 al had verdreven. Ook het plekje waar op 2 mei 1604 Christina Kirchner werd onthoofd, bestaat nog; zij was de laatste heks van Naumburg en deelt postuum haar voor- en achternaam met de net afgetreden president van Argentinië.
De gasten in de enkele cafés die open zijn, mopperen over al het geld dat aan ruziemakende vreemdelingen wordt besteed. Waarheid en gerucht vermengen zich; waarom krijgen ‘zij’ gratis kinderopvang en moeten Duitse gezinnen betalen in de gekrompen kinderdagverblijven, die in Duitsland worden afgekort tot Kita’s? Maar is dat zo? Uiteindelijk weet niemand het, elke deelstaat heeft een eigen beleid.
Om zeven uur zitten enkele tientallen mensen in een traditioneel restaurant, de Hallescher Anger. Het is een eind buiten de stad, bij visvijvers en het wat tragisch ogende stadionnetje van de SV Naumburg 05, een gefuseerde voetbalclub die regionaal onderaan bungelt. Hier is een bijeenkomst van de AfD. De partij Alternative für Deutschland staat in Saksen-Anhalt vanuit het niets op ruim 20 procent en lijsttrekker is André Poggenburg.
Posterboy
Het publiek is autochtoon en van middelbare leeftijd – mannen en vrouwen, de meesten met enig overgewicht. Dat geldt niet voor twee oude mannetjes die al jarenlang ruzie hebben met de Behörden, de overheid, en die hun grieven –in ordners verzamelde stapels papier– bij zich hebben. Ze citeren veel en Poggenburg probeert hen wat onbeholpen in te tomen. De sfeer voelt aan als een dorpsprotest tegen een opvangcentrum.
Poggenburg is een goed spreker. Hij oogt als de ideale schoonzoon en is met zijn open gezicht in een helblauw frame ook in het verkiezingsstraatbeeld een jongensachtige ”posterboy”. Elk woord krijgt nadruk en om de zoveel alinea’s is er een hapklare oneliner. „Bij ons is er geen oppositie meer”; „Wij willen dat Duitse volksvertegenwoordigers weer het volk en Duitsland gaan vertegenwoordigen”; „De CDU is bang voor ons, pure paniek” en „De SPD is een jammerlijke partij die haar naam niet meer verdient.” Und so weiter und so fort.
Hangbuikzwijntje
Later zitten we aan een tafeltje, donker bier, rodekool, noedels en braadworstjes. Gek genoeg is Poggenburg een-op-een heel timide. Hij is vrijgezel en heeft vaak de linker- over de rechterhand. Aan die laatste ontbreekt een duim, blijkt opeens. Hij is netjes, terughoudend, verlegen; geen extreemrechtse brulboei, geen engerd. Misschien is zijn aarzelende oogopslag ontstaan omdat hij nogal wat smetjes heeft opgelopen, die natuurlijk breed worden uitgemeten in de Lügen- und Lücken-Presse. Zo noemt de AfD de media: kranten en tv liegen, of ze vermelden nare dingen van asielzoekers en vluchtelingen niet.
Poggenburg (40) is al sinds zijn achttiende ondernemer. Hij heeft in het naburige dorp Stössen een bedrijf dat koelapparatuur onderhoudt en herstelt. In 2007 kocht hij 2 hectare met een villa, stallen en schuurtjes bij Nöbeditz. Daar zou hij een opvangcentrum inrichten, voor dieren. Maar acht jaar en veel geldgebrek later is er nog niet veel van terechtgekomen. Het hangbuikzwijntje Rudi waarover hij zich ontfermd had, is ondergebracht bij een „betrouwbaar asiel in Sangerhausen.”
Ongerechtigheden
Ongevraagd gaat hij in op de twee ongerechtigheden die hem aankleven. Ja, hij betaalde 3000 euro aan rekeningen niet, maar dat is rechtgezet. De fotograaf die hem kiekte voor de gemeenteraadsverkiezingen heeft zijn 230 euro gehad, maar de 480 euro gerechtskosten betaalde hij pas later. „De aanklacht was nooit formeel gemaakt.” En het klopt, enkele keren weigerde hij de Offenbarungseid. Zo heet in Duitsland de oproep van de Belastingdienst om je vermogen op te geven. „Maar dat was overmacht. Bij een inbraak in oktober werden al mijn papieren en mijn laptop gestolen. Ik kreeg ook bedreigingen, van extreemlinkse aard.”
Media en tegenstanders zeggen dat Poggenburg twee gezichten heeft. De ideale schoonzoon treedt vanavond op. Maar in de AfD geldt de monteur als extreemrechtse aanjager van ”Der Flügel”, die de partij een hardere koers liet varen. In april vorig jaar formuleerde het groepje waarvan hij deel uitmaakt de Erfurter Resolution en in juli zette het partijleider Lucke af. Niet Europa, maar links, islam en vluchtelingen kleuren het nieuwe vijandbeeld.
Lucratiever
Verzekeringsmakelaar Carsten Schmidt zit in de gemeenteraad van Naumburg, hij koppelde zich los van de AfD. Hij zegt tegen iedereen dat Poggenburg de politiek inging voor het geld. Een Landtagsabgeordneter verdient per maand 5655 euro, plus 1600 euro onkostenvergoeding. Dat is lucratiever dan autokoeling repareren. Poggenburg: „Schmidt trapt na. Ik doe dat niet.”
Poggenburg is atheïst en weet niet waarom zijn deelstaat Saksen-Anhalt de meest ontkerstende is van Duitsland. „Het communisme moedigde geloven natuurlijk ook niet echt aan.” Hij betreurt de secularisatie wel; in zijn verkiezingsprogramma staan de ”klassieke Pruisische deugden in het christelijke avondland” gepresenteerd als wenselijk: vlijt, oprechtheid, dienstbaarheid en discipline.
In dat programma staan enkele opvallende zinnen. De islam hoort niet bij de Duitse cultuur. Geloofsvrijheid voor moslims mag, maar zonder grote moskeeën en minaretten. Scholen en culturele instellingen moeten „betrekking hebben met Duitsland.” En, het blijft impliciet, ook media moeten positief over Duitsland, volk, natie en cultuur berichten. Duitsland moet af van „eenzijdige overbelichting van twaalf ongeluksjaren in een geschiedenis van eeuwen hoogstaande cultuur en prestaties.” Met andere woorden, nu weten we wel genoeg over het Derde Rijk.
Nog even kijken in de Judengasse. Die is leeg.
AfD in alle staten?
De partij Alternative für Deutschland werd in februari 2013 opgericht met als leider Bernd Lucke, een hoogelraar die vooral kritiek had op Europa. De partij wilde economisch liberaal en ethisch conservatief zijn. De AfD scoorde in gemeenteraden en kwam in het Europees Parlement, maar werd in 2014 ingehaald door de Pegidabetogingen.
Dat zorgde voor een ruk naar rechts. De AfD werd nationalistisch, conservatief en antimoslim. In juli 2015 werd Lucke onttroond en vervangen door gepromoveerd scheikundige Frauke Petry (40). Zij scheidde net daarvoor van haar man, een dominee, en ging verder met een partijgenoot. Ze trok aandacht met de stelling dat grenspolitie in het uiterste geval mag schieten op illegale binnenkomers.
Een ander kopstuk van Alternative für Deutschland is Björn Höcke (43), zeer populair in de oostelijke deelstaat Thüringen. Höcke merkte op dat Duitsland alleen maar groeide omdat Afrikanen zich zo snel voortplanten.