Kerk & religie

Ex-boeddhist Kamphuis: Westen ziet zwarte kant boeddhisme vaak niet

Jaren was hij actief boeddhist. Tot een ontmoeting met Australische christenen hem veranderde. Martin Kamphuis houdt nu –samen met zijn vrouw– door heel Duitsland lezingen en preken waarin hij waarschuwt tegen de invloed van oosterse religies, ook op de kerk. Zaterdag sprak hij in Hardinxveld-Giessendam voor jongeren op een avond van de Kom Ook Groep over de andere kant van het vriendelijk ogende boeddhisme.

Wim Hulsman

17 March 2016 14:24Gewijzigd op 16 November 2020 02:14
Boeddhismekenner Martin Kamphuis. beeld RD, Anton Dommerholt
Boeddhismekenner Martin Kamphuis. beeld RD, Anton Dommerholt

Van huis uit had Kamphuis niets met godsdienst. Hij groeide op in een humanistisch gezin in de Flevopolder. Na de middelbare school ging hij psychologie studeren. „In die tijd was ik op zoek. Er leefde een diepe behoefte om een antwoord te vinden op de vraag naar de zin van het leven. Een buurmeisje was boeddhist geworden. Zij leek in andere sferen te zijn. Ik dacht: dat moet ik ook ervaren.”

Kamphuis reisde naar India en volgde er een cursus over het boeddhisme voor westerse geïnteresseerden. „De training werd gegeven door twee lama’s, leermeesters. Ik deed er mijn eerste ervaring met boeddhistische meditatie op. Dat was zo indrukwekkend. Ik raakte los van mijzelf, van pijn. Tegelijk was het afzien: ik leefde in een kleine ruimte met twee anderen. Ik hoorde over 
het streven naar leegte, terwijl 
ik op een leeftijd was om vol van het leven te willen genieten.

In het begin vond ik alles raar, maar dat veranderde snel. Die reactie heb ik vaker meegemaakt. Al zei een lama iets idioots, dan zag je dat toch als iets fantastisch. Ik woonde een keer een lezing bij van de dalai lama, de leider van de Tibetaanse boeddhisten, in een Engelse kathedraal. Tijdens zijn toespraak over overgave schreeuwde een vrouw uit het publiek: „Hoe moet ik dat dan doen?” De dalai lama antwoordde heel rustig: „Probeer, probeer, probeer.” Meer zei hij niet, maar hij kreeg een daverend applaus.”

Alle aanwezigen waren „ingetuned” op de dalai lama, zegt Kamphuis: een boeddhist is pas succesvol als hij op de goede golflengte zit en zijn hart openstelt voor de praktijken, de leer en de boeddhistische leermeesters. „Als het bij mij niet zo goed liep, dan zei ik: ik moet meer mediteren.”

Wat kenmerkt het boeddhisme?

„Er is een groot verschil tussen het Tibetaanse boeddhisme, andere vormen van het boeddhisme en het boeddhisme zoals het zich in het Westen ontwikkelde. In het boeddhisme gaat het ten eerste om veel goede werken doen, veel offergaven geven, veel zitten en mediteren. Alleen zo kun je een verlichte staat bereiken. Toen ik boeddhist was, heb ik me in India bijvoorbeeld 60.000 keer nedergeworpen voor een boeddha.

In het Tibetaanse boeddhisme zit verder veel magie. Door meditatie legt een Tibetaanse boeddhist contact met de onzichtbare wereld. Door het uitspreken van bepaalde aanbiddingsformules, mantra’s, krijg je contact.

In uw autobiografische boek ”Weg van boeddha” benadrukt u dat u steeds meer de zwarte kant van het boeddhisme zag.

„Steeds vaker had ik last van zwaarmoedigheid en depressieve gevoelens. Ik heb ook geleerd dat, als je je openstelt voor de andere wereld, er ook meer ervaringen komen. Het boeddhisme is een heel occulte religie; erg gericht op het verborgene en geheime krachten. Ik denk dat het Tibetaans boeddhisme een van de meest occulte religies ter wereld is.”

Door een ontmoeting met Australische christenen brak u met het boeddhisme. Waarom?

„Mijn vrouw Elke en ik maakten in de jaren negentig een wereldreis. Na India bezochten wij Australië. Daar werden we uitgenodigd om mee te gaan naar een kerk. Een charismatische kerk. De mensen waren er heel enthousiast. Dat verbaasde me.

Na de dienst vroeg een vrouw aan Elke of zij met haar mocht bidden. Ik zei tegen haar: Doe het maar. Daarna vroeg de vrouw of ze ook met mij mocht bidden. Daarna gebeurde er iets heel ingrijpends. Ze vroeg of ik al mijn andere religies wilde afzweren. Ik was altijd trots op mijn boeddhist-zijn. Maar ik merkte opeens dat Jezus er was. Dat was geen visioen, geen kracht, maar Hijzelf was er. In een ogenblik zag ik dat Jezus veel groter, helderder en beter was dan al mijn boeddhisme. Het was een korte maar heel heftige innerlijke strijd, maar ik antwoordde: „Oké, ik zweer al mijn religies af.” Zowel Elke als ik was verbluft door de gebeurtenis. We waren tot Jezus Christus getrokken.

De eerste dagen leefden we in een roes. Toen begon er een gevecht tussen Jezus en de andere geesten in mijn hart. Elke christen kent die strijd. Het is een strijd met je omgeving, omdat vrienden de stap niet begrijpen, maar vooral ook een strijd vanbinnen. De Heer beproeft het geloof.”

Wat adviseert u boeddhisten die christen worden?

„Na die eerste stap komen er zeker moeilijkheden op je af, maar dat betekent dat je op de goede weg bent. Geloven in Jezus Christus betekent een voortdurend gevecht. Paulus zegt het ook: Als ik zwak en aangevochten ben, dan ben ik machtig, in God.”

Oosterse religies zijn populair in het Westen. Hoe komt dat?

„Mensen zijn teleurgesteld in de westerse maatschappij. Misschien zijn ze ook wel vastgelopen in een christendom van veel regels, zonder Christus. Verder zoeken velen rust in deze onrustige tijd vol werkdruk, stress en dwang. Steeds meer mensen zien meditatie als middel om te ontstressen. Boeddhabeelden zijn het zinnebeeld van rust, vinden zij.”

Is dat een reële gedachte?

„Boeddhisme wordt gezien als een religie met weinig regels, zonder dogmatiek. Dat is echter niet het geval. Het echte boeddhisme heeft veel meer regels dan het christendom. Het boeddhisme presenteert zich als een vriendelijke religie, als een religie van levenswijsheden. Het boeddhisme laat zich in het Westen van één kant zien. De andere –heel religieuze– kant is hier veel minder zichtbaar.”

U maakt zich zorgen over de invloed van het boeddhisme op christenen. Waarom?

„Boeddhisme en het newagedenken, waarin elementen van verschillende godsdiensten worden gecombineerd, waren enkele tientallen jaren geleden iets voor alternatieve mensen. Vooral het newagedenken heeft breed om zich heen gegrepen. New age heeft als doel godsdiensten te vermengen, mensen kunnen uit alle godsdiensten iets goeds overnemen. Zo kan iedereen zich erbij thuis voelen. Yoga, oosterse meditatie, esoterie kom je overal tegen. Ook gewoon bij de dokter.”

Heeft u daar voorbeelden van?

„Neem managementtrainingen. Het lijkt wel alsof je alleen succesvol kunt zijn als je meedoet aan trainingen met veel boeddhistische elementen. Je komt het ook tegen in stervensbegeleiding. Het Tibetaans dodenboek zegt wat je stervenden in hun oor moet fluisteren. Dat gebeurt nu ook in het Westen aan sterfbedden. Het wordt gepresenteerd als een neutrale techniek, maar dat is niet zo. In het Westen leeft het beeld dat het boeddhisme neutraler is dan het christendom. Mensen herkennen bepaalde technieken niet als boeddhistisch, omdat ze de religie niet kennen.

Ook heel de mindfulnessbeweging is boeddhistisch geïnspireerd. De grondlegger van deze ontspanningstechniek is een Amerikaanse boeddhist. Wil je mindfulnesstrainer worden, dan onderga je eerst een soort inwijdingsritueel. Ook dat lijkt op iets neutraals.”

Waar moet je als christen voor waken als je in aanraking komt met het boeddhisme?

„Als de dalai lama het over liefde en mededogen heeft, is dat iets heel anders dan de Bijbelse barmhartigheid. In het boeddhisme is mededogen een middel om tot een hoger doel te komen. In het christendom is het een uiting van dank voor de redding in Christus Jezus.

Oosterse religies zijn niet gebaseerd op geloof, maar op ervaring. Het boeddhisme is geen godsdienst van belijden. Christenen moeten dat goed onderscheiden.

Het boeddhisme is daarom een groter gevaar voor de kerk in het Westen dan de islam. De islam is momenteel wel een politieke kracht, maar kiest iemand voor de islam dan laat hij de kerk los. Het boeddhisme komt echter sluipenderwijs ín de kerk. Het infiltreert de kerk door de acceptatie van boeddhistische technieken. Dat tast de band met Christus aan.

Vooral mengvormen van godsdiensten vragen om oplettendheid. Ik kom mensen tegen die zeggen: Ik ben christen. Maar zij geloven in een andere Christus dan de Jezus van de Bijbel. Het lijkt dan meer om een Christusbewustzijn of een Christuskracht te gaan. Maar Christus als de aan het kruis gestorven Verlosser lijken ze niet te kennen.”

Hoe moet je als christen bij evangelisatie het gesprek aangaan met boeddhisten?

„Boeddhisten kun je het beste aanspreken op thema’s zoals vrede en rust. Je kunt hen beter benaderen op hun gevoel dan op de inhoud van de religie. In de oosterse religies gaat het om ervaring, in het christendom om geloof en vertrouwen. Ik laat in gesprekken met boeddhisten vooral de verschillen zien: de Bijbel zegt dit, het boeddhisme gelooft dat. Het doel van het christendom is God de Vader, het doel van het boeddhisme is de verlichting, een toestand van de leegte. Die aanpak werkt alleen bij boeddhisten, niet bij esoterischen die naar een harmonie tussen alle religies zoeken.”

U doet nu ook wetenschappelijk onderzoek op dit terrein.

„Ik doe onderzoek naar de bekering van negen Tibetaanse boeddhisten tot het christendom. Wat dat voor hen betekent en waar zij tegenaan lopen. Volgend jaar zomer hoop ik klaar te zijn.

Ik ben een aantal keer naar Tibet gereisd om gesprekken te voeren met deze negen christenen. In Tibet wonen zo’n vijftig tot honderd christenen in een gebied zo groot als twee keer Duitsland. Heel verstrooid. De christenvervolging is er groot. De psychische druk op deze christenen is enorm, vooral vanuit hun families. Dat zijn indringende verhalen.”


Martin Kamphuis

De Nederlander Martin Kamphuis (1960) groeide op in een niet-christelijk gezin. In zijn tijd als student psychologie werd hij actief boeddhist. Hij maakte verschillende reizen naar voor boeddhisten belangrijke plaatsen in India en Nepal om daar te mediteren. Terug in Nederland werkte hij als alternatief psychotherapeut. In Australië kwam hij in contact met christenen en zweerde hij het boeddhisme af. Via GateWay (gateway-ev.de) geeft hij nu samen met zijn Duitse vrouw Elke voorlichting over het boeddhisme en de invloed van oosterse religie op het westerse christendom. Zij schreven samen het boek ”Weg van boeddha” (2001). De in het Duitse Herborn woonachtige Kamphuis doet promotieonderzoek naar de bekering van Tibetaanse boeddhisten tot het christendom.


Zie ook:

Een reis van boeddhisme naar christendom (Reformatorisch Dagblad, 17-03-2016)

Meer over
Serie: Kerkbreed

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer