Recensie: Organist Peter Pieters vanuit Mechelen
Op de cd ”Organ Works” laat de Belgische organist Peter Pieters (1957) ons kennismaken met zijn orgel in de Sint-Romboutskathedraal in Mechelen.
Het is een enorm orgel (83 stemmen) met een ingewikkelde ontstaansgeschiedenis. De huidige situatie kwam tot stand in 1958 op aanwijzingen van de toenmalige organist van de kathedraal, Flor Peeters. In overleg met de Duitse orgelbouwer Klais ontstond een orgel naar de eisen van die tijd. Dat is bijvoorbeeld hoorbaar aan de felle mixturen.
Op zo’n groot instrument valt er uiteraard wat te kiezen als het om klankkleuren gaat. Dat laat Pieters ons horen in een programma van 78 minuten dat behalve uit Bach en Franck uit twintigste-eeuwers bestaat.
De organist opent met Bachs Praeludium en Fuga in G (BWV 541), volgens de toelichting „een van de meest sprankelende orgelbladzijden van Bach.” Het met vaart gespeelde werk klinkt helder en tintelend.
Als symfonisch instrument komt het Mechelse orgel tot z’n recht in het Symphoniser Choral ”Jesu meine Freude” van Sigfrid Karg-Elert. Dat is Duitse romantiek waarvoor het orgel wat mij betreft wat te fel klinkt. Gelukkig maakt Pieters mooi gebruik van de ruimte. Als de organist later op de cd zijn eigen compositie ”De Profundis” speelt, klinkt er een echo van Karg-Elert. In dit soort werk krijgt de concertgever alle ruimte om zijn virtuositeit te laten horen.
Naast de genoemde componisten klinken werken van Dubois, Alain, Van Ingelgem, Schroyens en Peeters. De bravoure van de Toccata van Dubois hoort nog bij de negentiende eeuw; de andere composities laten allerlei aspecten van de twintigste-eeuwse klankwereld horen.
Organ Works – The organ of the St Rumbold’s Cathedral, Mechelen – Peter Pieters; Animato Music Productions (AMP 11519), € 14,95; www.animato.nu
J. S. Bach
C. Franck
Th. Dubois