„Stoppen met jagen kan niet zomaar”
DEELEN (ANP). In een gebied waar helemaal niet meer geschoten wordt op herten en reeën ontstaat een nieuw natuurlijk evenwicht. Maar zolang in Nederland geen grote roofdieren zoals wolven leven en wilde dieren niet helemaal vrij kunnen zwerven, is het niet mogelijk om de jacht helemaal af te schaffen.
Die conclusie trekt Natuurmonumenten donderdag nadat er vijftien jaar lang niet is gejaagd in het Deelerwoud, een natuurgebied aan de rand van de Veluwe. Wetenschappers hebben vastgesteld dat daardoor het aantal edel- en damherten gigantisch is toegenomen ten koste van de reeën. Vooral de populatie damherten blijft maar doorgroeien, maar er is volgens Natuurmonumenten nog geen overlast zoals in de Amsterdamse Waterleidingduinen.
De grote herten hebben de kleinere reeën vrijwel verdreven. Begrazing heeft gezorgd voor een explosie aan bosbessen, maar heide en jonge eikenbomen verdwijnen. De herten zijn minder schuw geworden, zodat wandelaars de dieren veel vaker zien.
Het experiment startte in 2001, toen het nog de bedoeling was dat alle hekken op de Veluwe tussen Arnhem en Zwolle zouden verdwijnen. Dat is niet gebeurd, maar ondertussen zijn wel andere natuurdoelen gesteld. Jachtvrij beheren zou nieuwe natuurgebieden in gevaar kunnen brengen. Ook mogen de herten niet te dominant worden, doordat ze zelf geen vijanden hebben. „Het blijft de hand aan de kraan”, aldus Natuurmonumenten.
Het Deelerwoud en een deel van Nationaal Park Veluwezoom blijven afschotvrij gebied, aldus een woordvoerster van Natuurmonumenten. De organisatie wil andere terreinbeheerders bewijzen dat grofwildbeheer ook mogelijk is als pas in uiterste instantie voor bejaging wordt gekozen.