Biddag: Bidden voor de president van Amerika
AMSTELVEEN. Op het bord staat geschreven „Biddag voor gewas en arbeid.” De Bijbel ligt open op tafel. De reformatorische basisschool De Akker in Amstelveen ruimt elk jaar een les in voor de jaarlijkse biddag.
Met z’n achten komen ze binnengestommeld, leerlingen van de groepen 7 en 8: Yodahea, Josias, David, Corné, Joëlle, Leonora, Luwam en Jesse. Ja, ze willen los van die les best nog even over de biddag praten. En ze weten precies waar ze het over hebben: „Bidden is spreken met God.” En: „Op biddag bidden we voor de mensen, voor alle erge dingen die er gebeuren, in de wereld of in de familie.”
Op tafel ligt ”Rust bij de Vader”, de biddagmap 2016 van de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond (HGJB). Daarnaast is een gebedsketting neergelegd, een lange rij briefjes met gebedspunten. Die gebedspunten hebben de leerlingen opgeschreven. De briefjes zijn er in drie kleuren: rood is een gebed voor de wereld. Geel is een gebed voor jezelf. En groen is een gebed voor de naaste. Iemand leest een groen briefje voor: „Heere, ik bid U voor mijn twee nichtjes die geboren zijn, of U voor hen wilt zorgen.”
Op een rood briefje staat: „Heere, wilt U zorgen voor zo veel kinderen die geen ouders hebben.”
Speciale dag
Yodahea weet waarom er ieder jaar biddag wordt gehouden: „Wij hebben anders vaak geen tijd om te bidden. Soms vergeet ik het. Een andere keer ben ik te moe. En als het biddag is, kunnen we het niet vergeten of overslaan. Het is een speciale dag om te bidden.”
Ze bidden ’s avonds allemaal, meestal. Acht kinderhoofden knikken. ’s Morgens doen ze dat niet alle acht. „Mijn moeder vindt het goed als ik dat bij het ontbijt doe”, zegt er een.
Josias: „Vroeger bad ik: „Ik ga slapen, ik ben moe. Sluit mijn beide oogjes toe…” Nu vraag ik de dingen in mijn eigen woorden. Ik vraag bijvoorbeeld of ik goed slapen kan, of dat het de volgende dag goed gaat op school, dat er geen problemen zullen komen. Of ongelukken.”
Kan de Heere onze gebeden horen? Hij is zo hoog in de hemel, wij zijn maar op de aarde. David weet het zeker: „Ja, Hij hoort ons gebed, altijd. Het staat in de Bijbel dat een gebed heel krachtig is. God in de hemel hoort ons als we tot Hem bidden. Hij is wel heel ver weg, maar als we bidden, is Hij ook weer heel dicht bij. Hij is naast ons, in ons. Als wij in ons hart maar plaats willen maken voor God, wil Hij in ons wonen.”
Gebedsverhoring
De acht leerlingen zeggen dat de Heere altijd hoort. „Maar of Hij geeft waar we om vragen, dat weten we niet”, zegt Leonora. „Ik denk dat Hij ons wel wil verhoren, maar het ligt er maar aan waarvoor je bidt.”
Een van de jongens zegt: „Ik voel me op school soms erg onrustig. Dan denk ik aan de zonde. Zomaar onder het rekenen bijvoorbeeld. Dan vraag ik gauw of de Heere mijn zonden wil vergeven. Dan voel ik me al iets rustiger. God is almachtig.”
Corné gaat op biddag naar de christelijke gereformeerde Elimkerk in Ouderkerk aan de Amstel. Hij vindt biddag belangrijk. „We hebben het vaak druk. Huiswerk. Computer. Vriendjes. Op biddag kunnen we er nog eens extra aan denken dat de Heere op ons bidden let.”
Joëlle bidt iedere avond voor mensen die ziek zijn, voor vluchtelingen, voor de slachtoffers van de vele oorlogen. „Het is een rommel in de wereld.”
Nieuw hart
Vraagt Joëlle ook om een nieuw hart? „Ik vraag altijd om een hart dat naar de Heere wil luisteren, dat wil leven tot Zijn eer.”
Een van de jongens weet feilloos dat er ook zoiets in het doopformulier staat. Hij citeert over „de verdoemenis in Adam deelachtig zijn.”
David: „Maar daar wil de Heere wat aan doen. Hij heeft geleden voor onze zonden. Dus.”
Leonora vraagt ’s avonds altijd of de Heere haar wil helpen bij het schoolwerk. „En dat we elke dag weer eten hebben, want veel mensen hebben dat niet.”
Voor het raam van het lokaal staat Luwams zusje te gebaren dat het pauze is. „Ga weg. Wij zijn bezig met biddag”, roept Luwam richting ruit.
Luwam zegt dat de biddag voor gewas en arbeid er „speciaal voor God” is. „Op die dag kunnen we Hem extra bidden. En danken natuurlijk ook. Die dag is er voor de christenen, want de moslims zullen niet tot onze God bidden.”
Wel een beetje een moeilijke naam: biddag voor gewas en arbeid? Luwam: „Nee hoor, met gewas wordt bedoeld wat er op de akker groeit. Er kan toch niets groeien zonder dat we erom bidden? En met arbeid wordt bedoeld de plaatsen waar de mensen hun werk doen.”
Jesse hoort bij de hervormde Pauluskerk in Amstelveen. „We hebben ’s middags een dienst voor de kinderen, en ’s avonds voor de volwassenen. Dan is het meer voor de hele gemeente.”
Jesse zegt dat bij bidden ook danken hoort. „Als we aan de Heere vragen of het op school goed mag gaan, moet je Hem er ’s avonds ook voor danken. Als je wel vraagt, maar niet dankt, is het niet goed.”
Josias bidt ook voor Noord-Korea. „Daar mogen de mensen niet eens bidden. Daar worden christenen vervolgd. Ik snap eigenlijk niet waarom dat moet.”
Daniël en Hanna
Op het bord hangt een foto van een kind dat met één vinger in de Bijbel iets aanwijst.
Ze weten alle acht wel een geschiedenis in de Bijbel te noemen waar het over het gebed gaat. Ze bladeren druk in hun Bijbeltje.
Corné zegt: „Als de Heere Jezus bidt in Gethsémané tot Zijn Vader. Dan bidt God tot God. Kunnen wij niet begrijpen. Hij is drie-enig. Wel apart.”
Leonora denkt aan Daniël in de leeuwenkuil: „Daniël bidt om bewaring. En dat gebeurt.”
Joëlle denkt aan Hanna: „Hanna wordt gepest omdat ze geen kinderen heeft. Ze bidt om een kind, en als ze een kind gekregen heeft, geeft ze hem aan de Heere terug. Dat is net zoiets als: bidden en ook weer danken.”
Op biddag moeten de dominees ook voor de wereld bidden, vinden ze alle acht.
David: „En voor de mensen van IS. Die moeten ook bekeerd worden.”
Josias: „En voor de president van Amerika.”
Zie ook:
Kwalijk bidden – door ds. M. Karens (De Saambinder, 05-03-2015)
Verhalen van vroeger : Een biddag in Giessendam – ds. W.C. Lamain (De Saambinder, 06-03-2014)
Bidden is blijven wachten – door M.A. van den Berg (De Waarheidsvriend, 06-03-2014)
Wanneer kunnen we recht biddag houden? – door ds. J. Roos (De Wachter Sions, 03-03-2011)
Met opgeheven handen: Biddag en biddagbrief – door A.B. Goedhart (Kerkblad, 07-03-2008)
Iets uit de geschiedenis van de bededagen (III) – door W. van ’t Spijker (De Wekker, 03-03-1995)
Iets uit de geschiedenis van de bededagen (II) – door W. van ’t Spijker (De Wekker, 24-02-1995)
Iets uit de geschiedenis van de bededagen (I) – door W. van ’t Spijker (De Wekker, 17-02-1995)