Brussel keek naar zogeheten macro-economische onevenwichtigheden. Zo zijn het concurrentievermogen, de schuldpositie en de wisselwerking met de financiële sector in een land onderzocht.

Brussel heeft ook zorgen over zeven andere landen, waaronder Nederland, maar daar is de situatie veel minder zorgwekkend. Maar ook deze landen worden aangespoord werk te maken van structurele hervormingen. Nederland moet aandacht besteden aan de grote schulden van huishoudens en de huizenmarkt.

De grootste zorgen zijn er over de belangrijke eurolanden Italië en Frankrijk. Als de zwakke punten niet aangepakt worden, kan ook de economie van een ander landen hier last van gaan hebben.

Italië zucht onder een zeer hoge overheidsschuld en die moet dan ook direct aangepakt worden. Bovendien is de concurrentiepositie van Italië nog steeds zwak en is de hoge werkloosheid een punt van zorg.

Ook de concurrentiepositie van Frankrijk baart zorgen, evenals de afname van productiviteit. Ook hier is er sprake van grote overheidsschulden en blijven investeringen te veel achter.

Alle eurolanden moeten de analyse meenemen in het nationaal hervorming- en bezuinigingsplan dat eind april naar Brussel moet worden gestuurd. Brussel kan boetes opleggen als landen niets doen om de economie weer in evenwicht te brengen.