Nieuwe Britten op opsporingslijst Nederland
DEN HAAG (ANP). Vijf Britse criminelen zijn toegevoegd aan een opsporingslijst van misdadigers die zich vermoedelijk in Nederland schuilhouden. Het gaat om verdachten van moord en drugshandel. Voor hen is er ook een Europees arrestatiebevel.
Deze lijst, van onder meer de Britse National Crime Agency (NCA), werd in 2010 in Nederland gelanceerd. Toen stonden er veertien verscholen Britse voortvluchtigen op. Inmiddels zijn er tien van hen opgepakt. De campagne is een samenwerkingsverband van de Nederlandse en Britse politie en justitie, Meld Misdaad Anoniem en de Britse zusterorganisatie Crimestoppers. De campagne, Operation Return, is dinsdag opnieuw gelanceerd.
De nieuwe namen op de lijst zijn David Ungi (24) uit Liverpool en Shane O’Brien (28) uit Londen. Zij worden verdacht van afzonderlijke moorden. David Walley (40) en Shazad Ghafoor (29) uit Manchaster en Ahmed Ohmer (45) uit Nottingham worden verdacht van drugssmokkel.
„Nederland is geen veilige haven”, zei Olivier Dutilh, hoofd regionale onderzoeken in Amsterdam. „We willen geen Britse criminelen in Nederland en Amsterdam.”
Nederland, en met name Amsterdam, is een populaire schuilplaats voor de voortvluchtige criminelen. Vanaf 2008 zijn in totaal 150 gezochte Britten in Nederland opgespoord en opgepakt. Zeker 75 van hen in Amsterdam.
Het hoofd van de afdeling internationale criminaliteit van de NCA, Dave Allen, benadrukt dat de jacht op Britse criminelen blijft doorgaan. „Veel van hen denken dat ze Nederland kunnen gebruiken om justitie te ontwijken en door te gaan met hun illegale activiteiten. Ze zullen snel merken dat Nederland geen veilige haven is.”
Volgens een woordvoerder probeert de politie in Amsterdam het Britse criminelen ook op andere manieren moeilijk te maken. Zo is er een afspraak met makelaars. Als iemand een woning probeert te huren en een makelaar vertrouwt het niet omdat deze klant bijvoorbeeld cash wil betalen, dan gaat de makelaar niet met deze persoon in zee. De woordvoerder: „We proberen hun activiteiten ook zo veel mogelijk te verstoren.”