Tunesië kreeg er vorig jaar de Nobelprijs voor de Vrede voor. Het waren vier maatschappelijke organisaties, ‘het kwartet’, dat zich twee jaar terug sterk maakte voor een vreedzame dialoog om een burgeroorlog in Tunesië te voorkomen. Daar is Tunesië heel goed in geslaagd, nadat eind 2010 in verscheidene Noord-Afrikaanse landen de Arabische Lente begon, die een reeks omwentelingen inluidde. Alleen Tunesië slaagde er tot nu in een vreedzaam democratisch proces op gang te brengen.

Het land vierde dit feit dinsdagavond in het Vredespaleis in Den Haag, in aanwezigheid van de premier en vertegenwoordigers van het ‘Nationale Dialoog Kwartet’. Essid: „Natuurlijk, als je succes hebt, zijn er altijd mensen die daar niet blij mee zijn. Het doel van extremisten is om dit proces te stoppen en problemen te creëren. De drie aanslagen vorig jaar zijn in zekere zin de consequentie van onze opties, van de richting die we inslaan. Maar ik benadruk dat we op de juiste weg zijn en dat er geen weg terug is.”

De in februari 2015 aangetreden nieuwe regering heeft sinds de aanslagen in Tunesië vorig jaar een reeks maatregelen genomen om de veiligheid te vergroten. De daders van de aanslagen zouden zijn getraind in kampen van Libische jihadisten. Tunesië heeft nu langs de 500 kilometer lange grens met Libië, waar na de val van Muamar Gaddafi totale chaos heerst, over 200 kilometer een soort aarden dam gemaakt om potentiële terroristen uit dat land tegen te houden.

De maatregel was volgens Essid nodig omdat de situatie in Libië zeer gecompliceerd is met twee rivaliserende regeringen. „De barrière is zeer effectief. Het is een eerste stap, een fysieke hindernis. We werken met hulp uit Europa en de Verenigde Staten ook aan een elektronische beveiliging van de hele grens.”

Essid wil vooral ook de banden met Nederland aanhalen. „Het laatste bezoek van een Tunesische premier aan Nederland was vijftig jaar geleden.”