„Deflatie? Europa moet dor hout wegkappen”
DEN HAAG. Het leven wordt goedkoper in de negentien eurolanden, meldde statistiekbureau Eurostat maandag. Het prijsniveau voor consumenten is in februari met 0,2 procent gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Dat is grotendeels te danken aan de lage olieprijs.
Bij structurele prijsdalingen wordt er ook wel gesproken van deflatie. Dat geldt als een grote bedreiging voor de economische groei. Omdat het moeilijker wordt om schulden af te lossen, zullen bedrijven geneigd zijn investeringen uit te stellen.
De Europese Centrale Bank (ECB) probeert daarom al maanden het lage inflatieniveau op te vijzelen door op grote schaal schuldpapier op te kopen. Daardoor komt er meer geld in omloop, wat de vraag naar goederen en diensten zou moeten stimuleren. Door de aanhoudende malaise op de oliemarkt lukt het de ECB echter niet de inflatie structureel te laten oplopen. Wat kan de ECB nu nog doen? Drie hoogleraren aan het woord.
Kerninflatie
Sylvester Eijffinger, hoogleraar monetaire economie aan Tilburg University: „Er is volgens de wetenschappelijke definitie geen sprake van deflatie. Dat is namelijk een proces van aanhoudende prijsdalingen, die tot uiting komen in bijvoorbeeld arbeidscontracten of leveranties. Een negatief inflatiecijfer gedurende twee of drie maanden, valt niet als deflatie te omschrijven. Als je de kerninflatie neemt zonder de energie- en voedselprijzen, zit je wel degelijk in een situatie met een kleine inflatie.
Op zichzelf zijn de lage olieprijs, de lage energieprijzen en de lage inflatie juist heel goed voor de economie. Het geeft een impuls aan de bestedingen. Dus ik zie allerminst een proces van deflatie. Wel is het zo dat de schulden van banken, huishoudens en het midden- en kleinbedrijf nog te hoog zijn. Het afbouwen daarvan kost tijd. Ik zou daarom zeer ongelukkig zijn als de ECB tot een verdere opkoop van staatsobligaties (Quantitative Easing, QE) zou besluiten. Sommigen menen dat we nog verder in de negatieve domeinen qua stallingsrente en QE zouden moeten toetreden, maar daarmee ben ik het niet eens. QE helpt niet. De haviken in het ECB-bestuur zien dat ook wel in. QE is gewoon minder effectief dan in de Verenigde Staten, waar de verruiming via de kapitaalmarkt verloopt en niet –zoals bij ons– via de kredietkanalen van de banken. Bij ons gaat QE alleen maar in aandelen zitten. Wat nu belangrijk is, is geduld. We moeten de balansen opschonen en dat kost tijd. We beginnen het einde van de tunnel te zien, maar de kraan staat nog steeds open en de ECB moet eens ophouden met dweilen.”
Onvermijdelijk
Lex Hoogduin, hoogleraar complexiteit en onzekerheid in het financiële systeem aan de Rijksuniversiteit Groningen: „Of deflatie erg is? Ik zou zeggen: met het huidige beleid van de ECB is het onvermijdelijk. De rente is zo sterk verlaagd en de olieprijs is door structureel overaanbod zo ver gedaald dat de doelstelling van de ECB om op een inflatie van nét onder de 2 procent uit te komen voorlopig niet wordt gehaald. Integendeel. Maar ECB-president Mario Draghi stelt dat zijn beleid werkt en daarom verdubbelt hij de doses. Het is zijn mandaat om de inflatie aan te jagen, en daarom zal hij naar verwachting op 10 maart nieuwe voorstellen doen voor renteverlaging en het opkopen van leningen. Ik hang een andere visie aan. Kijk, de daling van de olieprijs is geen natuurverschijnsel. Er is de afgelopen jaren ontzettend veel geïnvesteerd in schaliegas, en dus is er een aanbodprobleem geschapen. En door het pompen van geld in de economie zijn de koersen van aandelen en obligaties weliswaar omhooggegaan, maar is er relatief weinig in de reële economie terechtgekomen. De bestedingen van overheid en bedrijfsleven zijn achtergebleven. De huizenmarkt en andere markten zijn weliswaar hersteld, maar allemaal mondjesmaat en weinig structureel. Door de lage rente worden bovendien veel problemen gemaskeerd. Bedrijven die normaal gesproken bij een hogere rente zouden omvallen, blijven nu bestaan. En de Nederlandse overheid hoeft op een staatsschuld van 400 miljard euro nu veel minder aan rente te betalen. Dat scheelt onze schatkist in verhouding tot een reële rente al snel 12 miljard euro per jaar. In mijn visie moet je –net als in de tuin– dor hout wegkappen om andere bomen sneller te laten groeien. Zoiets zou in de eurozone ook moeten gebeuren, want het is een onderdeel van het herstelproces. De harde werkelijkheid is echter dat we te maken hebben met uitstelgedrag van de ECB en van de eurolanden.”
Zorgwekkend
Bas Jacobs, hoogleraar economie en overheidsfinanciën aan de Erasmus School of Economics van de Erasmus Universiteit in Rotterdam: „Natuurlijk is er sprake van deflatie als de prijzen omlaaggaan. Het maakt niet uit of je de olie- en voedselprijzen buiten beschouwing wilt laten en alleen de kerninflatie in ogenschouw neemt, per saldo wijst ook de trend van die kerninflatie naar beneden en dat is zorgwekkend. De reële waarde van de schulden neemt immers toe, ook de schulden van de huishoudens. Zoals deflatie de waarde van je bezit vermeerdert, zo neemt door deflatie ook ieders schuld toe. Dat maakt het voor alle huishoudens, bedrijven en overheden moeilijker om schulden op een goede manier af te bouwen. Bovendien stijgt de voor inflatie gecorrigeerde, reële rente, waardoor het duurder wordt om te lenen en te investeren. Deflatie leidt tot een sterkere euro, waardoor onze wisselkoers stijgt en onze producten buiten de eurozone duurder worden.
Als we niet uitkijken, belanden we in een stagnatiescenario. Daar zitten de Japanners al ruim twintig jaar in. Door deflatie dreigt ook de eurozone in een spiraal van minder export, minder consumptie en minder bestedingen terecht te komen. Overal in het eurogebied is er veel meer aanbod dan vraag in de economie. En de ECB kan nauwelijks meer iets doen binnen zijn mandaat. QE is weinig effectief, want de ECB wisselt nu de ene vermogenstitel met nul rente –obligaties– in voor een andere vermogenstitel met nul rente – geld. En de ECB kan of wil zich niet committeren aan meer inflatie in de toekomst. Je ziet dat de rente zijn normale functie als brenger van evenwicht in de economie is kwijtgeraakt. Normaal gesproken verdwijnen spaaroverschotten doordat de rente daalt. De centrale bank kan dat met renteverlagingen bijsturen. Dat aanpassingsproces werkt niet meer goed omdat de rentes nabij nul staan. Rentes kunnen niet negatief worden, om de economie macro-economisch in evenwicht te brengen. Dan gaan mensen hun vermogen cash aanhouden. Spaaroverschotten verdwijnen dan alleen door stagnatie en deflatie. Precies wat we nu zien gebeuren.
Ik vertel al jaren dat de oplossing ligt in onconventionele en onorthodoxe maatregelen, zoals monetair financieren van staatsschuld, helikoptergeld of een veel ruimer begrotingsbeleid. Maar al het beleid dat kan werken, wordt door de politiek afgewezen of verboden.”