Vier dochters van Juliana in het wit
Voor de tweede keer in anderhalf jaar maakte Delft dinsdag een koninklijke uitvaart mee. Een bijzondere: de vier dochters van de overleden prinses Juliana brachten hun moeder in het wit naar de grafkelder.
De Bourdon, de klok van de Oude Kerk, kondigt op deze zonnige dinsdagmorgen de komst van de stoet aan. Zware galmen waaieren over Delft. De Bourdon stamt uit 1570 en is de zwaarste kerkklok van Nederland. Hij weegt bijna 9 ton en heeft een omtrek van circa 7 meter. De klok wordt alleen geluid bij zeer bijzondere gebeurtenissen. De laatste keer was dit bij de uitvaart van prins Claus.
Prins Bernhard, hij is er toch. Even na twaalf uur komt hij met een auto aan en gaat direct naar de kerk. Het uitstappen uit de wagen kost de broze prins moeite. De uitvaart van zijn vrouw is duidelijk een zware gang voor de 92-jarige.
Uit het stadhuis komen de premiers van Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba. Daarna volgen alle leden van het kabinet, de ministers van staat en oud-premiers. Even later steekt de Noorse kroonprins Haakon de Markt over. Hij vervangt zijn vader, koning Harald. Verder zijn er de Spaanse koning Juan Carlos en zijn vrouw Sofia, prins Philip uit Engeland en de Japanse prins Akishino en prinses Kiko. Uit buurland België zijn er koning Albert II en zijn vrouw Paola.
De aanwezigheid van de koninklijke hoofden vergt veel van de beveiliging. Daar waar de Spaanse koning komt, is men bang voor aanslagen. Eerder deze week was er een bommelding, vertelt een van de politieagenten op de Markt. Veel van de royals zijn dinsdagmorgen vroeg geland op een van de vliegvelden Valkenburg, Rotterdam Airport of Schiphol. Veel van hen vlogen vanmiddag ook direct weer terug.
Even later volgen enkele leden van de Nederlandse koninklijke familie. De straffe wind speelt de dames parten. Prinses Marilène verliest haar grote hoed. Prinses Margarita, die vorig jaar een heftig conflict had met de koninklijke familie, is er ook. Haar man, Edwin De Roy van Zuydewijn, heeft geen uitnodiging ontvangen.
Het publiek staat rijen dik achter de dranghekken op de Markt. Boven voor de ramen van de historische pandjes zitten en staan ook veel mensen.
Op de Markt ook een delegatie van de Delftsche Studenten Weerbaarheid. Ze nemen in ceremonieel tenue deel aan de erewacht. Deze traditie gaat terug tot 1898; de inhuldiging van koningin Wilhelmina.
Op het bekende plein staan verder ruim 500 militairen, allemaal in ceremonieel tenue. Het zijn onder andere leden van het Korps Mariniers, cadetten van de Koninklijke Militaire Academie en soldaten van het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene. De cadetten staan het grootste deel van de ochtend in de kou, de fuseliers aan de overkant in het zonnetje. De Marinierskapel zwijgt.
Het militair ceremonieel is aan de wensen van de overledene aangepast. Volgens de ceremoniemeester van het hof, Gilbert Monod de Froideville, betekent dit dat de militairen niet al te nadrukkelijk aanwezig zijn, zonder dat aan stijl wordt ingeboet.
Dan klinkt het geluid van de Koninklijke Militaire Kapel. ”Wat de toekomst brengen moge”, speelt de kapel. De rouwstoet komt achter het stadhuis vandaan en steekt diagonaal de Markt over. Het standbeeld van Hugo de Groot, dat er de vorige keer nog wel stond, is verdwenen.
Het is weggehaald vanwege de archeologische opgravingen onder het plein. Daarbij komen interessante dingen letterlijk naar boven, zoals de resten van een jong kind. Zo ging dat vroeger: de armen werden onder het plein begraven, de rijken kregen een plaats in de kerk. Een van de weinige burgers die in de kerk ligt begraven, is Hugo de Groot.
De stoet met ruim 800 militairen is lang. Voorop een bereden ere-escorte van de politie Haaglanden, gevolgd door de Militaire Kapel en een escorte van landmacht, luchtmacht en marine. De lijkkoets wordt getrokken door acht Friese paarden. In de stoet zit een rijtuig met vier kleinzoons van de overleden oud-koningin: Willem-Alexander, Carlos, Maurits en Bernardo.
De koets met daarin de vier dochters van prinses Juliana en prins Bernhard stopt voor de kerk. Koningin Beatrix en de prinsessen Irene, Margriet en Christina stappen uit. Ze brengen hun moeder naar de laatste rustplaats. Bij het naar binnenlopen van de kerk begeleidt Margriet haar zus Christina.
De Koningin en haar drie zusters zijn in het wit gekleed. Ze hebben zelfs witte hoeden op. Naar verluidt is dit geheel naar de wens van de overleden prinses om de plechtigheid niet al te somber te laten verlopen. Alleen Margriet heeft tijdens deze gang steun aan haar echtgenoot. Beatrix verloor haar man anderhalf jaar geleden, de huwelijken van Irene en Christina liepen op de klippen.
De zussen worden in de kerk opgewacht door dominee Hudig. Het was de nadrukkelijke wens van de overleden prinses de dienst te laten leiden door een geestverwante, vrouwelijke predikant. In reformatorische kring bestaan nogal bedenkingen tegen deze keuze. Het is een duidelijke breuk met de Oranjetraditie.
Als iedereen binnen is, haalt de draagploeg van de Koninklijke Landmacht, het garderegiment grenadiers, de kist uit de koets. De acht mannen hebben hun grote zwarte muts afgezet. Op de Markt is het stil. Alleen een van de paarden hinnikt.
Over de kist met daarin het lichaam van prinses Juliana ligt de Nederlandse vlag. In een waardig tempo gaat het de Nieuwe Kerk in. Achter de acht dragers sluiten de zware houten deuren.