Dat heeft hij maandag aan de Tweede Kamer geschreven. Hij wil de plannen in het najaar hebben uitgewerkt.

De bewindsman reageert ermee op onderzoek door de Rijksuniversiteit Groningen in opdracht van het Wetenschappelijke Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Daaruit werd geconcludeerd dat „verschillende vormen van digitale ontucht met kinderen een duidelijke plaats moeten krijgen” in de wetgeving.

De gevolgen van digitale ontucht kunnen heel groot zijn. Het kind kan er immers helemaal in verstrikt raken. Van der Steur vindt straf op zijn plaats als een kind „in een belevingswereld wordt getrokken waar het niet in thuis hoort.”

Het kind wordt in zulke gevallen volgens hem „vaak gedwongen dit contact verborgen te houden, online seksuele fantasieën te beschrijven of te verzinnen. (…) Dit gedrag kan worden gezien als seksueel stalken of seksueel inkapselen van een kind, een proces dat maanden of zelfs jaren kan duren.” Van der Steur wil ook afpersing met te pikant beeldmateriaal streng aanpakken.

Dr. Justine Pardoen van Bureau Jeugd & Media juicht de aanscherping van de zedenwetgeving toe. „Het is een goede zaak als praktijken van volwassenen met verkeerde bedoelingen aangepakt kunnen worden, als het daarbij maar niet gaat om jongeren die een fout maken door bijvoorbeeld een pikante foto door te sturen.”