Rebellen in het uiterste noordwesten van het land hebben zaterdagmorgen een aanval van regeringstroepen gemeld. En rebellen ten oosten van de hoofdstad Damascus meldden dat de Syrische luchtmacht twee vatbommen heeft afgeworpen. In centraal Syrië is een autobom ontploft.

Zaterdag is het bestand van kracht geworden dat onder meer Rusland en de Verenigde Staten hebben geregeld. De wapenstilstand moet meer humanitaire hulpverlening in Syrië mogelijk maken en het moet leiden tot hervatting van vredesoverleg in Genève.

De hulpverlening moet vooral naar plaatsen gaan die in de burgeroorlog worden belegerd en waar gebrek aan vrijwel alles is ontstaan. Daar overleven in totaal naar schatting 400.000 mensen. Volgens de chef van het Rode Kruis, Peter Maurer, zijn de afgelopen dagen meer belegerde plaatsen met hulpgoederen bereikt, „maar er heerst acute nood in grote delen van het land”.

Voor de jihadisten van Islamitische Staat en van het al-Nusra Front geldt geen bestand, hebben Rusland en de VS bepaald. De twee strijdgroepen zijn door de Veiligheidsraad van de VN als terroristisch bestempeld. President Bashar al-Assad heeft met het bestand ingestemd. Maar de strijd tegen „Islamitische Staat (IS), het al-Nusra Front en andere terroristen” gaat volgens hem onverminderd door.