Dat zei Europees commissaris Dimitris Avramopoulos (Migratie) donderdag na afloop van overleg tussen de EU-ministers die verantwoordelijk zijn voor asiel- en migratiebeleid.

Vanwege de grote toestroom van groepen mensen, uit onder meer het door burgeroorlog getroffen Syrië, hebben veel (EU-)landen op eigen houtje maatregelen genomen en daarmee is het paspoortvrije Schengengebied fors onder druk komen te staan. De EU en Turkije hebben afspraken gemaakt, maar tot nu toe blijft de stroom migranten groot.

Er wordt hard gewerkt om resultaten te behalen en het „beweegt in de goede richting”, zei staatssecretaris Klaas Dijkhoff, in zijn rol als tijdelijk voorzitter van de EU. Maar de grote vraag is of de resultaten „op tijd komen”. Hij noemde het EU-Turkije-plan nog steeds „de voorkeursoptie”, maar erkende ook dat de tijd opraakt.

„Je ziet dat landen niet kunnen wachten op een lagere instroom”, zei Dijkhoff. „Een paar landen op de Balkanroute trekken de sprint nu wel erg vroeg aan. Andere landen hebben daar begrip voor maar willen daar wel hun zegje over doen. We hebben vandaag afgesproken dat we dat Europees beter moeten afstemmen.”

De lidstaten vinden dat het ‘doorwuiven’ van migranten moet stoppen, vervolgde Dijkhoff. Maar inmiddels stranden door de maatregelen van buurlanden veel mensen in Griekenland en dreigt daar een humanitaire crisis.

De EU vreest dat als het lente wordt meer en meer migranten de levensgevaarlijke oversteek zullen maken op vaak overvolle en gammele boten.

Op 7 maart komen de leiders van de 28 landen van de Europese Unie en van Turkije naar Brussel voor een top om over de gezamenlijke aanpak van de migratiecrisis te praten.