Melk kost meer dan hij oplevert, zegt de Partij voor de Dieren
AMSTERDAM. De melkveehouderij is een van de paradepaardjes van de Nederlandse economie. De Partij voor de Dieren plaatste daar woensdag echter een stevige kanttekening bij: „Melk kost meer dan hij oplevert.”
De melkveehouderij beslaat 24 procent van het landoppervlak van Nederland, maar de toegevoegde waarde bedraagt slechts 0,3 procent van het bruto nationaal product, zo heeft de partij berekend. Dit betreft overigens alleen de primaire sector –de boeren– en dus niet bijvoorbeeld de zuivelindustrie.
Maar er is meer. De productie van melk brengt volgens de PvdD ”externe” kosten met zich mee, die niet worden meegenomen in de kostprijs van de boer en evenmin in de prijs die consumenten betalen voor de melk die ze in de winkel kopen. Het is de maatschappij als geheel die daarvoor opdraait, stelt de partij.
Sinds vorig jaar de melkquotering werd afgeschaft, dreigen deze externe kosten de pan uit te rijzen. In een woensdag gepresenteerd rapport richt het wetenschappelijk bureau van de PvdD, de Nicolaas G. Pierson Foundation, er daarom zijn pijlen op. Zo zorgt de melkveehouderij voor minstens 50 procent van de ammoniakuitstoot in Nederland. En wat te denken van ontbossing voor de teelt van krachtvoer en klimaatverandering door de uitstoot van broeikasgas? De studie heeft een aantal van deze kosten doorgerekend. Niet allemaal, want hoe kwantificeer je bijvoorbeeld inkomstenderving voor recreatie als gevolg van de verschraling van het landschap? Of kosten van dierenleed?
Waar het rapport wel bedragen aan hangt, zijn het effect van CO2-uitstoot op het klimaat (berekend op minimaal 6 cent per liter, maar vanwege twijfels over gangbare modellen waarschijnlijk zelfs 25 cent), verlies aan biodiversiteit door de teelt van ruwvoer in Nederland (4 cent) en soja in het buitenland (1 cent), schade aan het ecosysteem door de uitstoot van stikstof (2 cent), negatieve effecten op de gezondheid van mensen door stikstof (1 cent), subsidies in de vorm van inkomenstoeslagen voor de boeren (4 cent) en kosten voor aanpassing van de waterbeheersing in Nederland om het effect van bodemdaling op te vangen (1,5 cent).
Alles bij elkaar stelt het rapport de ”externe kosten” van melk op minimaal 19 cent per kilo. Een „optimale” schatting komt zelfs op 60 cent uit. Kosten die, als het aan de PvdD ligt, eigenlijk boven op de winkelprijs van een pak melk (80 cent) zouden moeten komen.