”Bloody Mary” wilde Engeland terugbrengen naar Rome
Op de laatste dag van juni 1555 wordt Christopher Wayde naar de brandstapel in Dartford geleid. Fruitverkopers slijten volop kersen aan de toegestroomde schare. Wayde is een van de 284 mensen die worden gemarteld en ter dood gebracht omwille van hun protestantse geloof tussen 1555 en 1558, als Mary Tudor koningin van Engeland is.
Onder de veroordeelden bevinden zich vooraanstaande protestanten (Latimer, Ridley, Cranmer). Anderen zijn eenvoudige mensen, onder wie het 20-jarige dienstmeisje Elizabeth Folkes. Als zij wordt verhoord, noemt de jonge vrouw de aanwezigheid van Christus in de hostie een leugen. Ze looft God en vraagt Hem of Hij de misdaden van degenen die haar dit aandoen wil vergeven, want ze weten niet wat ze doen. Folkes wordt op gruwelijke wijze verbrand buiten de stadsmuren van Colchester.
De getuigenissen van Wayde en Folkes zijn opgetekend in het bekende boek van de martelaren van John Foxe dat in hoge mate de beeldvorming bepaalde over de korte tijd dat Mary I over Engeland heerste.
Henry VIII
Donderdag is het 500 jaar geleden dat Mary Tudor werd geboren. Ze is het enige kind van Henry VIII en de bij het Engelse volk geliefde Catharina van Aragon. Er volgen geen broers en Mary’s vader wil af van Catharina, maar hij krijgt van de paus geen toestemming om te scheiden.
De eigenzinnige Henry forceert in 1534 een breuk met de kerk van Rome en wordt zelf hoofd van de Church of England. Achtereenvolgens trouwt hij vijf keer. Eén vrouw sterft, van twee scheidt hij en twee worden er onthoofd. Eén vrouw overleeft het huwelijk. Een rijmpje uit die tijd:
To six wives he was wedded
one died, one survived,
two divorced, two beheaded
(Met zes vrouwen was hij getrouwd
één stierf er, één overleefde hem
van twee scheidde hij, twee onthoofdde hij)
Met de stichting van de Kerk van Engeland zet Henry VIII onbedoeld de deur naar de Reformatie verder open. Catharina wordt verbannen en mag haar dochter Mary nooit meer zien – beiden zijn en blijven rooms-katholiek. Als Henry overlijdt, gaat de kroon naar zijn zoon Edward VI.
Op de troon
Als de protestantse Edward VI sterft, schuiven de protestanten hun kandidate, de 15-jarige Lady Jane Grey, naar voren. Grey moet na negen dagen koningschap wijken voor de rechtmatige troonpretendent: Mary. Mary is van plan het land terug te leiden naar de kerk van Rome. Haar eerste regeringsdaad is het huwelijk van haar vader met Catharina geldig en legaal te verklaren.
Het blijkt echter geen sinecure om alle religieuze wetten in te trekken die onder Edward zijn opgesteld. Ondertussen zitten de protestanten niet stil. Er worden complotten gesmeed om Mary af te zetten en haar protestantse halfzus Elizabeth op het schild te hijsen. Pas dan besluit Mary harder op te treden tegen de ”protestantse opstand”. Elizabeth wordt opgeroepen naar Londen voor verhoor en in de Tower opgesloten. In totaal komen er 284 mensen om het leven vanwege ketterij en valse godsdienst. Mary’s radicale aanpak van de protestanten bezorgt haar een naam die ze nooit meer zal kwijtraken: Bloody Mary.
Reformatie
De regeringsperiode van Mary I drukte een belangrijk stempel op de geschiedenis. „De Reformatie in Engeland was niet makkelijk terug te draaien”, zegt historica dr. Rosemary Mitchell, verbonden aan Leeds Trinity University. „Het feit dat Mary de pauselijke autoriteit wilde herstellen, deed afbreuk aan haar populariteit. Teruggave van de kerkelijke goederen aan de kerk was niet haalbaar, want die waren gekocht door aristocratische families en de landadel. Engeland was voorbeschikt om een protestantse eilandnatie te worden.”
Met name Mary’s besluit om te trouwen met Filips II van Spanje veroorzaakt grote onvrede. Het huwelijk is een mislukking. Mary krijgt geen kind en de opvolging blijft onzeker. Zij heeft wel het geluk dat ze goede raadsheren heeft in Stephen Gardiner en William Paget, en daardoor is ze in staat goed te regeren en wetten door te voeren.
Elizabeth
Als Mary overlijdt en Elizabeth haar in 1558 opvolgt, is de situatie in Engeland verwarrend. Met name op het platteland zijn veel mensen rooms-katholiek gebleven. Hoewel de protestantse Elizabeth het adagium huldigt „not to make windows into men’s souls” steekt er onder haar regie een antikatholieke wind op over Engeland. Velen om haar heen vrezen dat het rooms-katholicisme niet alleen religieuze dissidentie is, maar ook politiek verraad – de paus doet Elizabeth in 1570 in de ban.
Overigens verafschuwt Elizabeth zowel extreme rooms-katholieken als protestanten. De rooms-katholieke Mary Stuart, ”queen of Scots”, die naar Engeland vlucht, vormt een bedreiging voor haar omdat ze aanspraak maakt op de Engelse troon en wordt in 1587 onthoofd. „Rooms-katholieke missionarissen, jezuïeten zoals Edmund Campion, werden ter dood veroordeeld, maar ook rooms-katholieke leken zoals Margaret Clitherow; en vaak werden ze ook nog gemarteld, net als de protestanten onder Mary Tudor”, aldus Mitchell.
Mary kreeg de bijnaam ”de Bloedige” en Elizabeth ging de annalen in als ”the Virgin Queen”. Het religieuze landschap dat uiteindelijk onder Elizabeth I ontstond, gaf de Kerk van Engeland de onderscheidende identiteit die zij tot op de dag van vandaag heeft behouden. Engeland was een uitgesproken protestantse natie geworden met een kerk die zowel rooms-katholieke als protestantse kenmerken had. Rooms-katholieken vormden een minderheid.
Zwarte legende
Intussen is de bijnaam Bloody Mary allang in onbruik geraakt, zegt Mitchell. Als we het over Bloody Mary hebben, bedoelen we de beroemde cocktail. Toch kwam de naam in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel bovendrijven in relatie tot Mary Tudor. Mitchell: „Bekend is de herinnering van een negentiende-eeuwse bisschop dat de kinderen op school in hun schoolboeken met hun pen de ogen van een afbeelding van Mary I moesten doordrukken. In de negentiende eeuw waren er periodes van aanzienlijke antikatholieke spanningen, bijvoorbeeld tijdens het herstel van de katholieke hiërarchie in Engeland (1850), de zogenaamde ”Papal Aggression”, de naam voor de actie van paus Pius XI om Engeland en Wales een kerkelijke provincie van Rome te maken. Tot in het begin van de twintigste eeuw bleven georganiseerde antikatholieke bewegingen actief in Engeland.”
Dat alles maakte deel uit van de zwarte legende die was ontstaan rond Mary Tudor. Ze zou een sombere, fanatieke, seksueel gefrustreerde en wat labiele vrouw zijn geweest die het slechtste van de paapse praktijken belichaamde. In zijn novelle ”The Tower of Londen” (1840) schildert William Harrison Ainsworth Mary af als een vrouw die gemanipuleerd wordt door de sinistere Spaanse ambassadeur Simon Renard. In haar biografie ”The Lives of the Queens of England” (1840) suggereert Elizabeth Strickland dat het niet Mary is, maar de mannen om haar heen die haar dwingen tot extreme maatregelen tegen protestanten.
Nuancering
Pas de publicaties van Sir Frederick Madden in 1831, Mary Jean Stone in 1901 en Hilda Prescott in 1940 leiden tot een genuanceerder beeld van Mary I. In de biografie over Mary van Milton Waldman in 1972 wordt Mary te boek gesteld als een martelaar die faalde.
Tegenwoordig is de felste apologeet van Mary de Ierse rooms-katholieke historicus Eamon Duffy, die in ”Fires of Faith: Catholic England under Mary Tudor” (2009) betoogt dat Mary veel succesvoller was in haar restauratie van het rooms-katholicisme dan tot dusver wordt verondersteld.
Emeritus hoogleraar en Tudorkenner David Loades betoogt in zijn publicaties dat Mary niet ten koste van alles een rooms-katholieke restauratie wilde doorvoeren. Ze bracht geen van de oude bedevaartsoorden in zijn oude glorie terug en schonk geen overdreven aandacht aan het herstel van kloosters. Integendeel: in haar testament werden de twee universiteiten aanzienlijk bevoordeeld. Ze was een vrouw die de wetenschap een warm hart toedroeg.
„Ten tijde van Mary was het grootste deel van de bevolking rooms-katholiek, zij het dat men in het algemeen tegen de paus was”, zegt Loades desgevraagd. „Mary’s beleid kreeg alom steun, alhoewel haar besluit om bijna 300 protestanten de brandstapel op te voeren, op grote weerstand stuitte. In de protestantse historiografie is haar regering weergegeven als een rooms-katholiek intermezzo in het voortgaande proces van reformatie. Toch leek het daar toen niet op. Er was juist sprake van een terugkeer naar de normaliteit – uiteraard was het aantal terdoodveroordeelden exceptioneel en was dit louter de verantwoordelijkheid van de koningin. Het was haar grootste mislukking dat ze geen rooms-katholieke opvolging kon waarborgen, waardoor de weg vrijkwam voor Elizabeth om de reformatie te continueren.”