Kerk & religie

Prof. De Boer: Bevinding corrigeert vrijgemaakten

KAMPEN. De bevindelijke traditie is voor vrijgemaakte theologen een „onontbeerlijke correctie en verdieping”, vindt prof. dr. E. A. de Boer.

Redactie kerk
19 February 2016 18:15Gewijzigd op 16 November 2020 01:36
Beeld RD, Henk Visscher
Beeld RD, Henk Visscher

De nieuwe hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Theologische Universiteit Kampen hield vrijdagmiddag zijn oratie. Aan het eind van zijn betoog verwees prof. De Boer naar de gesprekken over een Gereformeerde Theologische Universiteit (GTU). ‘Kampen’ heeft de samenwerking met ‘Apeldoorn’, de universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken, volgens hem „in de eerste plaats op „geestelijk niveau nodig.” De vrijgemaakt gereformeerde kerkhistoricus hoopt dat het omgekeerde ook het geval is. „Ik hoop dat de partners in het gesprek over een GTU ook iets in Kampen zien wat zij als een gave van de Heere kunnen beschouwen.”

De oratie van prof. De Boer draaide om de zinsnede uit artikel 27 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB), dat de kerk „verbreid en verstrooid” is over de wereld.

De manier waarop de NGB over de kerk spreekt, is volgens prof. De Boer van grote invloed geweest op de manier waarop de Gereformeerde Kerk in de Nederlanden gestalte kreeg. Aan het einde van de zestiende en in het begin van de zeventiende eeuw was slechts een kleine minderheid van de bevolking lid van de deze kerk. Toch was ze de enige publieke, door de overheid bevoorrechte kerk. Hoe is dat mogelijk?

Het antwoord ligt volgens prof. De Boer in de „ecclesiologie van de diaspora.” De reformatorische vluchtelingengemeenten die op allerlei plaatsen ontstonden, zochten elkaar op om hun eenheid kerkelijk gestalte te geven. De eerste Nederlandse gereformeerde synode vond plaats in het buitenland, in 1571 in het Duitse Emden.

In dit proces speelde een andere formulering uit de NGB een belangrijke rol. De belijdenis stelt in artikel 28 dat het de roeping van alle gelovigen is om zich „af te scheiden van hen die niet bij de Kerk zijn en zich bij deze vergadering te voegen op iedere plaats waar God haar gesteld heeft.”

In de tijd van de Reformatie waren er veel dat christenen die zich innerlijk verbonden voelden met de reformatorische boodschap, maar daar toch niet openlijk voor uitkwamen en niet wilden breken met de Rooms-Katholieke Kerk. In navolging van Calvijn en andere reformatoren wijst de NGB dit zogeheten nicodemisme af.

In de loop van de geschiedenis vergroeide de Gereformeerde Kerk met de structuur van de natiestaat Nederland. De „lichtvoetige organisatiestructuur” maakte plaats voor geslotenheid, aldus prof. De Boer. De kerk werd „westers-nationaal-middenklasse-blank.”

De nadelige gevolgen daarvan ziet de hoogleraar tot vandaag de dag doorwerken. „Mij schokt eens te meer hoeveel kerkformaties er in Nederland zijn die dezelfde belijdenissen en organisatiestructuur hebben en vrijwel gesloten kerkelijke compartimenten in dezelfde Lage Landen zijn. De balling­schapservaring van christenvluchtelingen die hun toevlucht in Nederland zoeken, zou heilzaam kunnen zijn. Waar Stefan Paas zich in zijn oratie en recente boek op kerk-zijn in een seculiere context richtte, vraag ik met mijn kerkhistorisch onderzoek aandacht voor de heilzame instabiliteit van de ervaring van kerk-zijn onder het kruis of in den vreemde. Paas’ vraag naar priesterlijke aanwezigheid in de samenleving kan ook aan de geschiedenis gesteld worden.”

Prof. De Boer kondigde vanmiddag ook een nieuw onderzoeks­project aan, dat hij samen met zijn collega prof. dr. A. A. den Hollander van de Vrije Universiteit en mogelijk Belgische vakgenoten hoopt uit te voeren. Het betreft het in kaart brengen van de ontwikkeling van de Waalse en de Vlaamse kerken in hun provinciale synoden en classes.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer