Bijlage Beeldenstorm: „Kunst kan plaats Woord niet innemen”
APELDOORN. Kunst in een kerk kan de boodschap van de Bijbel overbrengen, ook aan mensen van buiten de kerk. Kunst kan en mag echter nooit de plaats van het Woord innemen.
Dat stellen de kunstenaar Jan den Ouden en Arie van der Spek donderdag in de bijlage Kruispunt van het Reformatorisch Dagblad, die gewijd is aan de Beeldenstorm van 1566, dit jaar 450 jaar geleden.
Bij de Beeldenstorm is veel religieus erfgoed verloren gegaan, constateren de twee kunstenaars, die op Bijbelse geschiedenissen gebaseerde kunstwerken voor kerken maakten. De Beeldenstorm begon op 10 augustus 1566 in het West-Vlaamse dorpje Steenvoorde en verspreidde zich daarna tot in de noordelijke Nederlanden.
Kunst in de kerk kan snel afleiden van de Woordverkondiging, stelt Den Ouden. „Misschien kunnen we in het voorportaal van kerken meer van de Bijbelse geschiedenis laten zien in kunstwerken.”
Kunst en Woordverkondiging kunnen het best gescheiden blijven, vindt Van der Spek: „Als kunstenaars het als hun taak zien om predikers van het Woord te zijn en predikanten dit Woord inwisselen voor kunst in de eredienst zijn we op de verkeerde weg. En kun je terecht je hart vasthouden.”
Op de Bijbel geïnspireerde kunst in de kerk kan in de huidige beeldcultuur opvoedend werken, stelt Van der Spek. „De beelden waarmee we in de media overspoeld worden zijn vaak heel eenzijdig. Consumptief gericht: oppervlakkig, materialistisch en hedonistisch. Je zou als jongere zomaar kunnen gaan geloven dat dit de enige werkelijkheid is. In die zin kan kunst opvoedend werken.”