Opinie

Commentaar: Refoscholen reageren te afwachtend op gemorrel aan artikel 23

De vrijheid van onderwijs, inmiddels bijna 100 jaar oud, is een onrustig bezit, zei ooit een SGP-politicus. Hij had gelijk. Niet dat we hoeven te vrezen dat artikel 23 in de Grondwet snel zal worden afgeschaft. Daar is, gelukkig, geen meerderheid voor in de politiek en in de samenleving. Wel laat de praktijk zien dat er op allerlei manieren wordt gemorreld aan de vrijheid van onderwijs. De ene keer heftiger dan de andere keer, maar elke poging is er, goed beschouwd, een te veel.

Hoofdredactioneel commentaar
12 February 2016 15:29Gewijzigd op 16 November 2020 01:24
Staatssecretaris Dekker van Onderwijs. beeld ANP
Staatssecretaris Dekker van Onderwijs. beeld ANP

De meest recente ‘aanval’ is het plan van staatssecretaris Dekker om christelijke scholen te verplichten zorgleerlingen op te nemen, ook als deze wat religieuze overtuiging betreft helemaal niet bij de school passen. Dekker liet dat eerder deze week weten aan de Tweede Kamer, omdat hij het aantal thuiszittende zorgkinderen wil terugdringen.

Nu is dat op zich een nobel doel: leerplichtige kinderen horen overdag niet thuis, maar op school. Ook, misschien wel juist, als zij extra zorg en begeleiding nodig hebben. Maar deze aanpak van Dekker schuurt met de vrijheid van scholen om een eigen toelatingsbeleid te hanteren. En dus met de vrijheid van onderwijs.

Van een andere orde, maar toch enigszins vergelijkbaar, is de gedachte om alle scholen te vragen vluchtelingenkinderen toe te laten, ongeacht hun religieuze overtuiging. Natuurlijk moeten deze kinderen naar school, zeker als hun verblijf in Nederland langer gaat duren. En het past scholen niet om zich bij voorbaat aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te onttrekken door te wijzen op hun gesloten toelatingsbeleid. Maar duidelijk is wel dat op dit punt vragen liggen, die een zorgvuldige doordenking vereisen. Wat is er binnen de vrijheid van onderwijs mogelijk, redelijk en gewenst?

Seculier denkende mensen zijn soms snel klaar met deze vragen. Het is voor hen vanzelfsprekend dat scholen hun toelatingsbeleid openbreken omwille van vluchtelingenkinderen of zorgkinderen. Ze vinden het onmenselijk, hardvochtig en egoïstisch als scholen dat niet zouden doen. Daarmee leggen ze een claim op bijvoorbeeld protestants-christelijke en reformatorische scholen om onkerkelijke of islamitische kinderen toe te laten.

Wat is het antwoord van de scholen? Tot nu toe lijken vele zich er niet erg druk om te maken. Hier en daar worden gesprekken gevoerd tussen gemeenten en scholen om te kijken naar mogelijkheden om vluchtelingenkinderen toe te laten. Als het plan van Dekker doorgaat, komen daar straks gesprekken bij over het verplicht opnemen van zorgkinderen.

Door af te wachten, kiezen deze christelijke scholen niet direct voor een verstandige tactiek. Ze lopen het risico straks gedwongen te worden hun toelatingsbeleid te verruimen, omdat een meerderheid dat niet meer dan normaal vindt. Op dat moment gaan nadenken over de consequenties is te laat. Deze houding heeft te maken met de praktijk in orthodox-christelijke kring om zich drukker te maken over interne principiële kwesties dan over maatschappelijke vraagstukken. De tijdsomstandigheden vragen echter om een andere houding.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer