President Argentinië beledigt landmachtcommandant
President Nestor Kirchner van Argentinië heeft het, lang na de bloedige staatsgreep van 1976, aan de stok gekregen met de generaals van zijn land. Inzet van de ruzie zijn twee schilderijen, met daarop de beeltenissen van de oud-dictators Jorge Videla en Reynaldo Bignone.
De president liet deze schilderijen met het nodige ceremonieel verwijderen uit de hal van de militaire academie in Buenos Aires. Het van de muur halen van beide portretten was tot daar aan toe. Argentiniës hedendaagse leger doet zijn uiterste best om de duistere tijden te vergeten. De legerleiding verwelkomde aanvankelijk zelfs het besluit om Videla en Bignone te verbannen uit het pantheon van waaruit een lange reeks oud-directeuren van de militaire academie aankomende officieren nors aanstaren.
Maar het ging mis nadat onbekenden, waarschijnlijk extreem rechtse officieren, aan de vooravond van de geplande ceremonie het portret van de voormalige couppleger en juntaleider Jorge Videla ontvreemdden en vervingen door een ingelijste foto. Het incident deed de licht ontvlambare president Kirchner in woede ontsteken.
Het staatshoofd gaf alle 53 generaals in actieve dienst opdracht om het plechtige verwijderen van de beeltenissen bij te wonen. Voor hen die zonder geldige reden niet zouden komen opdagen, dreigde vervroegd pensioen. Vervolgens nodigde Kirchner de nationale televisie uit om het gebeuren uit te zenden. En als klap op de vuurpijl kreeg luitenant-generaal Roberto Bendini, commandant van de landmacht bevel van de president om de portretten persoonlijk van de muur te halen.
Kirchners voorgangers hebben reeds in meer of mindere mate de krijgsmacht van Argentinië laten boeten voor haar misdragingen in het verleden. Talrijke officieren zaten zo enige tijd achter de tralies, anderen zitten nog steeds vast. De defensiebegroting is ondertussen gedecimeerd en cadetten krijgen tijdens hun opleiding nu meer te horen over het naleven van mensenrechten dan over het voeren van oorlog. Ook heeft een groot aantal generaals oprechte spijt betuigd voor de in het verleden begane gruwelijkheden.
Toch vindt president Kirchner dat er nog niet voldoende is gedaan om het Argentijnse leger op zijn plaats te zetten. Het staatshoofd besloot eind vorig jaar om de uitlevering toe te staan van ex-officieren die bij verdwijningen van buitenlanders betrokken zijn geweest. Rechtbanken in Zweden, Frankrijk en Italië hebben hiertoe inmiddels verzoeken ingediend.
Het door Kirchner geschapen klimaat bracht het parlement er onlangs toe de amnestiewetgeving te herzien waarvan foute officieren gebruik hebben kunnen maken in ruil voor rust in de militaire gelederen. Nu heeft ook een rechter in Buenos Aires de amnestieregeling in strijd verklaard met de grondwet. Ook enkele leden van de Hoge Raad lieten doorschemeren dat zij van zins zijn het pardon te schrappen. Hiermee komt de weg vrij voor de berechting van honderden en mogelijk duizenden oud-officieren en soldaten die zich schuldig hebben gemaakt aan schendingen van de mensenrechten. Kirchner verklaarde eerder deze week dat Argentinië zijn blik niet op de toekomst kan richten zolang het verleden nog onverwerkt onrecht bevat.
De rechter Rodolfo Canicoba heeft inmiddels de strafzaken heropend tegen de voormalige leiding van het in de hoofdstad gevestigde eerste legerkorps, dat zich destijds schuldig maakte aan de ergste verschrikkingen. Arrestatiebevelen zijn uitgevaardigd tegen de nog drie in leven zijnde commandanten van dit korps.
President Kirchner toonde zich ingenomen met het besluit van rechter Canicoba en zei er persoonlijk voor te zullen zorgdragen dat de justitie over voldoende financiële middelen beschikt om de processen, en de daaraan verbonden onderzoeken, te bekostigen. Het staatshoofd verklaarde dit tijdens een plechtigheid in het gebouw dat voorheen de School voor Werktuigbouw van de Marine (ESMA) huisvestte en dat tijdens de dictatuur dienst deed als martelcentrum. Volgens mensenrechtenorganisaties zijn in dit wit gekalkte pand tenminste 5000 vermeende tegenstanders van de dictatuur vermoord. Het plan om het ESMA-gebouw te slopen en op het terrein een monument voor de ”desaperecidos” neer te zetten, is inmiddels geschrapt.
President Kirchner kondigde aan de sinistere plek te willen bewaren zoals zij was en het gebouw te veranderen in een museum ter nagedachtenis aan een van de meest gewelddadige periodes uit de geschiedenis van Argentinië.
Hoewel de huidige leiding van de krijgsmacht geen enkele moeite heeft met de hervatte berechting van oud-militairen en het inrichten van een museum waarin de misdaden van het leger ten toon zullen staan, laten de Argentijnse generaals merken dat het hun steeds moeilijker valt om zich te handhaven aan de nationale schandpaal. Het incident rond de schilderijen bracht drie generaals ertoe om ontslag te vragen. Hoewel het ministerie van Defensie nog koortsachtig heeft geprobeerd om het drietal op andere gedachten te brengen, in de hoop een politieke rel te omzeilen, bleven de generaals bij hun besluit.
Het is waarschijnlijk dat ook andere hoge militairen binnenkort uit actieve dienst zullen treden omdat de regering het leger een eervolle plaats binnen de samenleving misgunt. De staatsgreep vond intussen alweer bijna 30 jaar geleden plaats en de afgelopen 22 jaar stond Argentinië onder democratisch bestuur.
Een nieuwe generatie officieren is aangetreden. En zij vinden het niet terecht dat zij moeten boeten voor de wandaden van hun voorgangers. Volgens minister José Pampuro van Defensie bestaat er binnen de regering begrip voor de ongemakkelijke positie van het hedendaagse officierenkorps. „Het is daarentegen ook van groot belang dat niemand ooit zal vergeten wat er zich in ons land aan onmenselijkheden heeft voltrokken. Deze regering zal blijvend werk maken van het zoeken naar rechtvaardigheid voor nabestaanden en overlevenden van de dictatuur”, aldus de bewindsman.