Op dit moment mogen rechercheurs tijdens hun onderzoek nog niet binnendringen in computersystemen om bewijs te verzamelen. Dat mag pas achteraf na inbeslagname. Philips noemde het voorbeeld van een arrestant die in de keuken nog een glas water mocht drinken voordat hij werd afgevoerd. „Hij gooide het water in het broodrooster. Kortsluiting, weg bewijs. Of twee pedofiele buren die hadden afgesproken dat de een de server van afstand zou sluiten als de politie bij de ander voor de deur stond. Internationale criminelen die snel elkaars servers overnemen.”

Ook het Openbaar Ministerie zegt dat de wet nodig is om „terrein terug te winnen” op de criminelen. De Nederlandse Orde van Advocaten vindt juist dat zo’n wet te ver gaat. „Een burger zou keihard de kast ingaan als hij zoiets doet. Mijn pacemaker kan gehackt worden als ik mijn buurman op zijn gezicht sla.”

Volgens de Autoriteit Persoonsgegevens is het „een ongekende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer” om alle apparaten te kunnen hacken. Het treft niet alleen een verdachte, „maar ook familieleden, vrienden en zakenrelaties”, zegt de privacywaakhond. Burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom vindt dat een dergelijke wet averechts werkt en het internet juist onveiliger maakt. Om binnen te komen, moet een agent namelijk gebruik maken van een kwetsbaarheid, zoals een gat in de beveiliging van een computer. „Die zwaktes zitten ook in de computers van anderen. De politie heeft er dan een belang bij om het programma niet te laten updaten. Dat houdt de burger onveilig.”

Beveiliger Fox-IT staat juist wel achter de plannen. Bestuurder Ronald Prins vindt dat er „weinig effectief wordt opgetreden tegen cybercrime. Er zijn genoeg mensen, er is genoeg kennis, maar de politie is niet in staat de criminelen een halt toe te roepen. Het internet wordt onveiliger doordat er criminelen rondgaan die niet worden gestopt.”

Het kabinet wil dat de politie straks apparaten mag hacken om gegevens te kopiëren of ontoegankelijk te maken en om communicatie af te tappen.