„Synode moet plaatselijke kerk ontzien”
Vertegenwoordigers van 55 gereformeerde kerken waren vrijdag in Utrecht bijeen tijdens een hoorzitting van de gereformeerde deputaten
appèlzaken. Ze kregen daar de gelegenheid hun bezwaren tegen het verenigingsbesluit van de SoW-kerken toe te lichten. Belangrijkste grief: „De synode treedt buiten haar bevoegdheid om een vrije relatie tot een kerkverband om te zetten in een verplichte.”
In totaal hadden 58 kerken een appèl tegen het verenigingsbesluit ingediend. Maar drie kerken trokken hun bezwaar na enige tijd weer in.
Ds. Egberts, gereformeerd predikant in Nijkerk, is een van de sprekers tijdens de hoorzitting in het Landelijk Dienstencentrum. Hij noemt de gang van zaken rond het verenigingsbesluit „onzorgvuldig.” De bezwaarden worden volgens hem „meedogenloos” behandeld.
De predikant stelt dat de gereformeerde synode niet eenzijdig kan ingrijpen in de rechtspositie van plaatselijke kerken zonder instemming van betrokkenen. „Bezwaarde gereformeerde kerken willen niets afdoen van het verenigingsbesluit. Maar ze hebben wel grote bezwaren tegen het feit dat kerken van zelfstandig kerkgenootschap nu zelfstandig onderdeel van de landelijke kerk worden.”
Kerkrechtdeskundige drs. L. C. van Drimmelen benadrukt dat er bij de bezwaarden geen verzet is tegen de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland, maar tegen het feit dat plaatselijke kerken niet meer de vrijheid hebben zich los te maken van de landelijke kerk. „De synode treedt buiten haar bevoegdheid om een vrije relatie tot een kerkverband om te zetten in een verplichte.”
Ouderling G. Dekker (Nieuw-Vennep) brengt naar voren dat de gereformeerde synode niet onderkent wat er in plaatselijke gemeenten leeft. „Er komt een vergaande regelgeving, die niet meer van deze tijd is. Gemeenten worden in een keurslijf geperst dat afstandelijkheid en onverschilligheid in de hand werkt. Er komt een kerk met een topzware structuur die niet meer te financieren en te bemensen valt. Een kerk die gedoemd is om te verdwijnen.”
Ds. B. J. Heusinkveld (Daarle) zegt het gevoelen van zijn gemeente weer te geven. „De fusie van de Samen op Weg-kerken lijkt op een fusie in het bedrijfsleven: gaat het niet goedschiks dan maar kwaadschiks. De komst van de PKN voelt aan als een vijandige overname.” De kerk is volgens hem geen democratie, maar een theocratie of een christocratie. „Het gaat in de kerk niet om de meerderheid van stemmen. Nu dreigt een absolute heerschappij over de plaatselijke kerk. Het gevaar van geestelijke overheersing is ons hoofdbezwaar, en dat wordt niet erkend.”
Ds. C. B. Elsinga (Den Ham) zegt dat de aantasting van de rechtspositie van plaatselijke gereformeerde kerken zo ernstig is dat de PKN daardoor niet gezien kan worden als de voortzetting en rechtsopvolger van de Gereformeerde Kerken. „De zelfstandigheid van gereformeerde kerken is zo essentieel, dat de aantasting ervan een breuk forceert met een traditie die wezenlijk en kenmerkend is voor de Gereformeerde Kerken. De synode heeft verkeerde voorlichting gegeven en daarom is het verenigingsbesluit in tweede lezing ongeldig”, aldus ds. Elsinga.
De gereformeerde synodepreses ds. J. G. Heetderks wijst er in een reactie op dat er „tientallen gesprekken” met de bezwaarden zijn gevoerd. „De synode heeft volop geluisterd. De mogelijkheid van geestelijke overheersing herkent het moderamen op geen enkele wijze, ook niet de aantasting van de eigen rechtspositie. Juist in de kerkordelijke regelingen is in de nieuwe kerkorde de plaatselijke identiteit nog meer gewaarborgd dan in de gereformeerde kerkorde.” Ook na tien jaar wordt er, aldus de preses, gekeken welke „materiële mogelijkheden” er zijn voor kerken die toch niet met de PKN willen meegaan. Hij benadrukt verder: „De landelijke kerk wordt nooit eigenaar van de goederen, maar de plaatselijke gemeente blijft altijd eigenaar.”
De gereformeerde deputaten appèlzaken komen voor 1 mei met een reactie op de bezwaren en antwoorden op de vragen van de appèllerende kerken.