Nederland krijgt nieuwe helden
DEN HAAG (ANP). Nederland had sinds de strijd in Indonesië geen nieuwe militaire helden meer naar voren geschoven. Tot een paar jaar geleden. In 2009 kreeg pelotonscommandant kapitein Marco Kroon de Militaire Willems-Orde, de hoogste dapperheidsonderscheiding die ons land kent. In 2014 majoor Gijs Tuinman. En nu het Korps Commandotroepen. De overheid houdt het land een nieuwe generatie oorlogshelden voor.
Kroon, Tuinman en het elitekorps worden onderscheiden voor „uitstekende daden moed, beleid en trouw” in Afghanistan. Ze vochten er tegen de Taliban. Tuinman leidde onder meer de verovering van een belangrijke verbindingsweg naar Kandahar. Ook leidde hij de redding van de zwaargewonde korporaal Kevin van de Rijdt, die uiteindelijk bezweek aan zijn verwondingen. Kroon wist met zijn peloton zware en lange gevechten te winnen zonder mensen te verliezen. Hij leidde zijn eenheid al vechtend uit een hinderlaag.
In 2006 ging de onderscheiding naar de 1e Zelfstandige Poolse Parachutistenbrigade. Zij werden toen alsnog beloond en bedankt voor hun inzet in 1944 op Nederlandse bodem. De laatste keer daarvoor dat de orde werd uitgereikt, was in 1955. Toen werd Tivadar Emile Spier tot ridder geslagen. Zijn ‘Speciale Troepen Groep Spier’ vochten tegen onafhankelijkheidsstrijders op West-Java.
Sinds de instelling in 1815 is de onderscheiding ruim 6000 keer uitgereikt. De eerste ontvanger was erfprins Willem Frederik van Oranje-Nassau, de latere koning Willem II. Hij vocht als generaal mee in de Slag bij Waterloo.
Er zijn nog maar een paar dragers in leven. „Helden moeten we koesteren”, zei premier Rutte daarom op Veteranendag in 2014.