Erfzonde
Psalm 14:3b
„Er is niemand die goed doet, ook niet één.” We zijn de buit geworden van de boze. Als God ons niet bewaarde, zou er ook geen enkele zonde zijn waaraan we ons níét graag zouden overleveren.
Dit gebrek aan rechtvaardigheid en deze geneigdheid heet erfzonde. Wij dragen deze met ons vanaf de moederschoot, waaruit wij als kinderen des toorns geboren werden. Hij is afkomstig van onze ouders en is de oorzaak en bron van al het verkeerde, van al de misdrijven waaraan wij ons schuldig maken.
Willen wij daarvan nu bevrijd worden en onze oorspronkelijke onschuld terugkrijgen, willen wij het beeld Gods weer gelijk worden, dan is het vóór alles nodig dat wij onze ellende gevoelen en erkennen. Iemand die niet voelt dat hij ziek is, vraagt niet om de komst van een arts. Een zieke zal een arts niet danken voor diens hulp als hij niet erkent dat zijn ziekte gevaarlijk, ja dodelijk is. Eveneens erkent iemand die de ziekte van zijn ziel niet gevoelt de Heiland als de énige Geneesheer. Zo ziet hij ook niet de voortreffelijkheid van die Heiland en kan hij Hem de verschuldigde dank niet geven wanneer hij niet gekomen is tot bewustheid van de zwaarte van zijn schuld en tot de overtuiging van het dodelijke van de ziekte, die door besmetting van onze eerste ouders op ons is overgegaan.
Benedetto Fontanini, reformator te Mantua ”De weldaad van Christus” (1543)