Mogelijk burgerslachtoffers door Nederlandse inzet tegen IS
DEN HAAG (ANP). Bij de Nederlandse deelname aan de missie tegen terreurorganisatie IS zijn misschien in twee gevallen burgerslachtoffers gevallen. Dat wordt onderzocht.
„Van de inmiddels ruim 1.300 wapeninzetten van Nederland worden twee gevallen van mogelijke burgerslachtoffers onderzocht”, staat er in de brief van 55 kantjes die het kabinet zaterdagavond laat naar de Tweede Kamer zond.
Tot nog toe vielen Nederlandse gevechtsvliegtuigen alleen doelen van IS in Irak aan, maar de missie wordt uitgebreid naar Syrië. Daar zullen onder meer aanvoerlijnen van de terreurgroep het doelwit zijn, evenals bermbomfabrieken en opleidingskampen.
Alle meldingen van mogelijke burgerslachtoffers als gevolg van optreden van de coalitie tegen IS worden door het Amerikaanse hoofdkwartier CENTCOM onderzocht.
Voor elke aanval wordt volgens de brief getoetst of „nevenschade, zoals doden of gewonden onder de burgerbevolking of schade aan burgerobjecten, niet buitensporig is in vergelijking met het militaire voordeel”. Als niet aan deze toets kan worden voldaan, zo benadrukt het kabinet, is de aanval verboden.
„Mocht een Nederlandse inzet onverhoopt toch tot burgerslachtoffers leiden, dan zal per geval worden beoordeeld of er aanleiding is tot het betalen van schadevergoeding.”
Volgens meerdere bronnen zou er bij het Russische optreden in het Syrische conflict sprake zijn van gerichte aanvallen op burgerdoelen, schrijft het kabinet. Nederland heeft Rusland „herhaaldelijk” opgeroepen om aanvallen op de Syrische gematigde oppositie te stoppen en geen burgers te treffen. „Tegelijkertijd is er het besef dat politieke betrokkenheid van Rusland hoe dan ook nodig is om tot een duurzame politieke oplossing in Syrië te komen. ”