Schooldirecteuren uit Noord-Amerika op bezoek in Nederland
RIDDERKERK. Een groep schooldirecteuren en kerkelijke deputaten uit Noord-Amerika reist de komende week door Nederland voor een ontmoeting met het reformatorisch onderwijs. „We staan voor dezelfde vragen in een seculariserende samenleving.”
Het idee ontstond toen een aantal Nederlandse onderwijsmensen in 2013 vier scholen in Canada bezocht. Tal van thema’s die toen ter sprake kwamen, vragen om blijvend contact, zegt de initiator van beide reizen, VGS-bestuurder P. W. Moens.
Daarom arriveren er dezer dagen acht schooldirecteuren in Nederland: vier uit Canada en vier uit de Verenigde Staten. Zeven van hen geven leiding aan een school van de Gereformeerde Gemeenten, de achtste aan de Mount Cheam Christian School in Chilliwack, verwant aan de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
Ook vier onderwijsdeputaten van de Gereformeerde Gemeenten komen mee, evenals de coördinator die zij onlangs benoemden: C. P. Verhoef, adjunct-directeur van de school in Monarch (Alberta). Deputaten en directeuren houden hun halfjaarlijkse vergadering ditmaal in Ridderkerk.
Het gezelschap bezoekt scholen voor primair en voortgezet onderwijs en ook het Hoornbeeck College in Amersfoort en Driestar Hogeschool in Gouda. Daarnaast worden er besprekingen gevoerd met VGS-medewerkers en met drie deputaatschappen van de Gereformeerde Gemeenten.
Volgende week donderdag en vrijdag bezoeken de gasten uit Noord-Amerika de tweejaarlijkse directeurenconferentie in Den Haag-Kijkduin. De VGS houdt die voor de vierde keer, maar voor het eerst met simultane vertaling in het Engels. Sprekers zijn dr. R. Toes, J. D. Heikoop (directeur uit het Canadese Norwich), dr. P. C. Hoek en prof. dr. J. C. Kennedy.
Strijd der geesten
Gezamenlijk wordt er nagedacht over doorwerking van de identiteit in de verschillende vakken en over ontwikkelingen waarmee reformatorische scholen aan beide zijden van de oceaan te maken krijgen, zegt Moens. „In de strijd der geesten ervaren we dezelfde worsteling. In beide werelddelen zie je dat de kloof met het algemeen heersende gedachtegoed in de samenleving groter wordt. De druk op de reformatorische scholen neemt toe doordat regels rond bijvoorbeeld de acceptatie van seksuele diversiteit worden aangescherpt.”
Daardoor komt de ruimte voor een eigen invulling van het curriculum en van schoolregels in het gedrang. „Het conceptrapport over de rechten van het kind dat door de Verenigde Naties wordt besproken, is er een voorbeeld van.”
De scholen kunnen van elkaar leren, vindt Moens. „In Noord-Amerika trof ons de nauwe band tussen kerk, school en gezin. Een van de oorzaken is dat de scholen vaak van één kerk uitgaan. Dat is een verschil met de meeste Nederlandse scholen, maar er zitten voor ons wel leerelementen in.
Andersom hebben de scholen in Nederland veel meer samen kunnen werken aan toerusting en de ontwikkeling van lesmateriaal: de gezindte is groter, de afstanden kleiner, de wetgeving eenduidiger –in Noord-Amerika verschillen de regels per staat of provincie–, terwijl ook het bezit van een eigen pabo en schoolbegeleidingsdienst een groot goed is. Wellicht kunnen wij de scholen aan de overkant van de Atlantische Oceaan hierdoor van dienst zijn.
Van hen leren we weer hoe docenten die aan een seculier instituut zijn opgeleid en die daardoor midden in de wereld hebben gestaan, die ervaring gebruiken bij het toerusten van hun leerlingen voor hun plaats in de huidige maatschappij.”
Na de reis van 2013 is er een aantal contacten blijven bestaan. „Het is van belang dat we dat netwerk uitbouwen”, stelt Moens. „In coördinator Verhoef hebben we nu een centrale contactpersoon. Als reformatorische scholen hebben we elkaar hard nodig.”