De Europese Commissie was onvoorbereid op de crisis, die in 2008 losbarstte, maar nam wel snel de rol op van manager en groeide in die rol. De rekenmeesters constateerden dat de doelstellingen van de programma’s voor de landen werden gehaald: zo gingen de begrotingstekorten omlaag en kwamen er structurele hervormingen.

Máár, forse kritiek is er ook. Landen werden verschillend behandeld in vergelijkbare situaties zo stelt de EU-rekenkamer. Zo werden voorwaarden om steun te krijgen minder streng, waardoor het makkelijker was om ze te voldoen. Ook constateerde de rekenkamer „tekortkomingen” in gebruikte documentatie en was er zwakke controle.

Een woordvoerster van het dagelijks bestuur van de EU wees erop dat de doelstellingen van de programma’s zijn gehaald: economische groei. Bovendien is er sinds de crises al veel gedaan om tekortkomingen te verhelpen. De zegsvrouw zegde toe de aanbevelingen te bestuderen en eventueel over te nemen.

De rekenmeesters namen vijf steunprogramma’s onder de loep waar Europees geld aan te pas kwam: Hongarije, Letland, Roemenië, Ierland en Portugal.

Over het meest bekende reddingsprogramma, dat voor Griekenland komt de EU-Rekenkamer later met twee rapporten. Omdat het programma voor Cyprus nog steeds loopt en bij het Spaanse pakket voor de bankensector geen EU-geld was betrokken, werden deze niet meegenomen in de analyse.