Van der Staaij (SGP): In het euthanasiedebat lijkt elke rem te ontbreken
DEN HAAG. Moet euthanasie in Nederland ook mogelijk worden voor kinderen onder de twaalf jaar? De Tweede Kamer nodigde vrijdag een keur aan deskundigen uit om zich beter op dit beladen onderwerp te kunnen beraden. Vijf vragen aan SGP-Kamerlid Van der Staaij.
Hoe blikt u op de hoorzitting terug?
Van der Staaij: „Ik heb er een zorgelijk gevoel aan overgehouden. Dat komt vooral door de manier waarop er door veel deelnemers werd geredeneerd. Hun uitgangspunt is kort samengevat: Als er behalve volwassenen ook kinderen om euthanasie vragen, op een manier die weloverwogen lijkt, dan moet daar een oplossing voor komen. Dat we in 2002 bewust een minimumleeftijd van 12 jaar in de wet hebben gezet wordt nu gezien als onterechte, knellende leeftijdsgrens die eigenlijk niet te rechtvaardigen is.”
Vanwaar die ommezwaai?
„Vorig jaar besloot het Belgische parlement om de leeftijdsgrens uit hun euthanasiewet te halen. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat dit voor sommige partijen een belangrijk motief is om ook in Nederland te pleiten voor een nieuw debat.”
Een hoorzitting geldt als een eerste, oriënterende consultatie met alle belangrijke experts. Heeft de Kamer voldoende deskundig advies gehad?
„Dat is de vraag. In discussies over dit onderwerp wordt vaak al vooraf met grote stelligheid beweerd: Hoe goed de palliatieve zorg ook is of wordt, er zullen altijd schrijnende situaties zijn waarin deze toch tekort schiet. Mijn eerste reactie zou zijn: Breng de schrijnendste situaties dan eens in kaart. Achteraf kunnen palliatieve experts dan aangeven welke palliatieve opties er mogelijk nog onbenut zijn gebleven. Die suggestie heb ik vandaag maar mondjesmaat gehoord.
Ook de kinderpsychiatrische invalshoek bleef naar mijn idee te veel onderbelicht. In België moeten kinderpsychiaters vooraf nagaan of het minderjarige kind voldoende wilsbekwaam is om de arts om euthanasie te vragen. Mijn vraag is: Kun je daar ooit zeker van zijn? In NRC Handelsblad wierp ethicus Theo Boer gisteren de vraag op: Hoe voorkomen we dat een kind bewust of onbewust reproduceert wat een volwassene erin stopt? Die zorg is terecht.”
Het gros van de deelnemers aan de hoorzitting stuurt aan op een professionele richtlijn voor euthanasie bij minderjarigen, al dan niet gevolgd door een ministeriële regeling.
„Inderdaad. In een somber moment denk ik wel eens: In dit debat ontbreekt werkelijk elke rem. Recent plaatste het VN-Kinderrechtencomité flinke vraagtekens bij de huidige mogelijkheid tot euthanasie voor kinderen tussen 12 en 18 jaar in Nederland. Ik heb daarop nog geen uitvoerige kabinetsreactie gezien, maar inmiddels hebben we het al over euthanasie bij 12-minners. Dat baart zorg.
Indrukwekkend aan de hoorzitting vond ik de bijdrage van directeur Esmé Wiegman van de NPV. Zij zei: Stel, er komt een handreiking, richtlijn of regeling. Hoe voorkomen we dan dat op termijn steeds meer ouders gaan afwegen: Zou actieve levensbeëindiging voor mijn zwaar gehandicapte kind toch niet beter zijn?”
Gaat er na vandaag opnieuw een wissel om?
„Ons past enige terughoudendheid om daarover te speculeren. Ik wil er wel op wijzen dat we de huidige leeftijdsgrens van 12 destijds niet voor niets in de wet hebben gezet. Zorgen voor rechtsbescherming was destijds een belangrijke overweging. Een kind verdient het te worden beschermd tegen beslissingen waarvan het de reikwijdte niet kan overzien. Om die reden mag zelfs het meest verstandige kind nog niet beslissen over zijn eigen bankzaken.
Gebleken wilsbekwaamheid geldt in de huidige euthanasiewet als harde eis. Ik kan niet overzien wat er gebeurt als wij voor één groep wilsonbekwamen toch een uitzondering gaan maken. Wat betekent dat op termijn voor wilsonbekwame volwassenen met een verstandelijke handicap die ernstig lijden? Waarin verschilt hun lijden van dat van een jong kind?
Kortom, mocht het echt tot een regeling komen, dan verdwijnt daarmee een belangrijke verdedigingswal uit ons huidige rechtssysteem.”