Bever duikt op in Zwarte Water bij Genemuiden
HASSELT. Voor het eerst in bijna honderd jaar zwemmen er weer bevers in de Overijsselse rivier het Zwarte Water. Twee weken geleden ontdekte boswachter Jeroen Bredenbeek van Staatsbosbeheer beversporen tussen Hasselt en Genemuiden en nu heeft hij ook foto’s van de grote knager.
Met een zogeheten cameraval betrapte hij de bever op heterdaad. Het zijn unieke beelden. De Nederlandse bever is sinds 1826 uitgestorven. In 1988 zetten natuurorganisaties Duitse neven en nichten uit in de Biesbosch. Sinds 2005 zitten ze in de IJssel en sinds begin dit jaar dus ook in het Zwarte Water.
Op de eerste zaterdag van deze maand ontdekte boswachter Jeroen Bredenbeek uit Hasselt beversporen toen hij met zijn ‘knotploeg’ aan het werk was in de uiterwaarden van het Zwarte Water. De groep die in de winter elke zaterdag op pad gaat om aan landschapsonderhoud te doen, wilde gaan hakken en zagen, maar dat hoefde niet meer. De bever had dit al gedaan.
De sporen waren onmiskenbaar van een bever. Het beest zelf was in geen velden of wegen te bekennen. Tot nu toe. Bredenbeek besloot een cameraval op te stellen op de plek waar hij vermoedde dat het dier zich ophield. Dat leverde unieke nachtbeelden op van de grootste Europese knager in volle actie. In twee weken tijd verscheen hij twee keer voor de camera. Waarschijnlijk gaat het om één bever, maar de boswachter weet het niet zeker. In de buurt van de sporen ontdekte Bredenbeek ook een burcht.
De bever die tussen Hasselt en Genemuiden rondzwemt, heeft behoorlijk huisgehouden. Overal zijn knaagsporen te zien. „Geen probleem”, zegt de boswachter. „Het effect is dat er meer variatie in bomen en struiken ontstaat langs de rivier. Dat is alleen maar goed.”
Dat het beest als een wilde tekeergaat heeft een reden. „Een bever leeft in de winter voornamelijk van boomschors. Vandaar dat hij nu zo fanatiek aan het knagen is. In de zomer eet hij riet en andere water- en oeverplanten. Ook legt hij nu een wintervoorraad aan van takken. Deze knaagt hij af en hij steekt ze onder water in de modder. Als het gaat vriezen kan hij vanuit zijn burcht, die altijd een opening onder water heeft, al zwemmend de takken onder het ijs ophalen. De takken gebruikt hij ook om zijn burcht te vergoten”, zegt Bredenbeek.
In 1826 werd de laatste Nederlandse bever gedood bij Zalk. Daarmee kwam een einde aan honderden jaren aanwezigheid van de bever in Nederland. In de jaren 50 van de vorige eeuw werd al geopperd dat het goed zou zijn om de bever weer terug te brengen. In 1988 werd dit werkelijkheid en in vier jaar tijd werden 42 bevers uitgezet in de Biesbosch. Deze waren weggevangen langs de Elbe, in wat toen nog de DDR heette.