Opperrabbijn David Lau droomt van leven zonder angst en geweld
Altijd onder dreiging van aanvallen en geweld leven – de Asjkenazische opperrabbijn van Israël, David Lau, weet wat het is. Toch roept hij Joden op openlijk hun religieuze symbolen te dragen. Vorige week bracht hij een bezoek aan Nederland. „Niet religieuze haat, maar terrorisme is het probleem in deze wereld.”
Het bezoek van de opperrabbijn aan Nederland was onderdeel van een korte Europese ‘tour’, georganiseerd door het Rabbinical Center for Europe, waarvan opperrabbijn Binyomin Jacobs de Nederlandse vertegenwoordiger is. Doel was onder andere kennis te maken met lokale Joodse gemeenschappen en te zien hoe het met de veiligheid van de Joodse burgers in Europa gesteld is.
David Lau is een zoon van de Asjkenazische opperrabbijn Yisrael Meir Lau, die van 1993 tot 2003 het opperrabbinaat in Israël bekleedde. Israël kent twee opperrabbijnen: een Asjkenazische en een Sefardische. Naast David Lau is er de Sefardische opperrabbijn Yitzhak Yosef, zoon van de Sefardische opperrabbijn Ovadia Yosef. Het opperrabbinaat vormt de hoogste geestelijke autoriteit.
Opperrabbijn Lau bezocht vorige week onder andere het Europees Parlement in Brussel, waar hij sprak met voorzitter Martin Schulz en 22 ambassadeurs van Europese landen. Vandaar ging hij naar Den Haag. Aan het Binnenhof sprak hij, op uitnodiging van de SGP, met een aantal Tweede Kamerleden. Tussendoor had hij een ontmoeting met de pers.
Het gesprek heeft plaats bij rabbijn Yanki Jacobs, zoon van opperrabbijn Binyomin Jacobs, in zijn appartement in een woontoren aan de Amsterdamse Zuidas – met een schitterend uitzicht op de wolkenkrabbers van klein Manhattan, waar de Zuidas op lijkt.
De achtergrond onderstreept het feit dat het Jodendom midden in de wereld staat. Op een steenworp afstand van zijn appartement leidt Yanki Jacobs het Chabad on Campus Nederland, een internationale Joodse studentengemeenschap in Amsterdam-Zuid die aan het Jodendom bekendheid wil geven in de academische wereld. Die missie, om het Jodendom niet onder de korenmaat te schuiven, bezielt ook de opperrabbijn uit Israël.
David Lau zag ernaar uit, reageert hij als hij met zijn rijzige gestalte plaatsneemt op een hoge stoel, om Europa te bedanken voor de overheid die zich inzet om, waar nodig, Joodse instellingen en inwoners bescherming te bieden. „Ik heb niet over religieuze zaken gesproken, maar over maatschappelijke, zoals onderwijs, opvoeding en veiligheid. Ik heb vooral onderstreept wat de overheden in de eerste plaats moeten doen: zich aan de wetten houden. Onze Joodse wijsheid zegt: „Pas op je woorden.” Ik hoor soms scherpe uitlatingen van mensen die niet alleen woorden zijn maar ook zeer gemakkelijk kunnen aanzetten tot geweld. Ik zeg kán, het hoeft natuurlijk niet, maar woorden kunnen snel aanleiding geven tot antisemitisme.”
Hoe veilig is het voor Joden in Europa?
„Veilig genoeg om openlijk je religie tot uitdrukking te brengen. Ik heb de regeringsleiders daarom bedankt voor de veiligheidsmaatregelen die zij hebben genomen om Joden te beschermen. Ik kan het hoofd van de Joodse gemeenschap in Marseille, Zvi Ammar, begrijpen dat hij zijn gemeenschap ertoe opriep om onherkenbaar over straat te gaan na een aanval op een Joodse leraar. Maar ik ben het daar niet mee eens. Iedereen moet in zijn eigen leven tot uitdrukking kunnen brengen welke godsdienst hij ook praktiseert. Iedereen moet zich in deze multiculturele samenleving kunnen gedragen zoals hij of zij wil en in de kleding van zijn keuze de straat op kunnen gaan.”
U gaat dus zonder zorg weer terug naar Israël?
„Was dat maar waar. Ik ben terdege bezorgd, maar niet specifiek over de Joden, wel over het terrorisme in de gehele wereld. In Europa kunnen Joden zich vrij bewegen dankzij de wetten die er gelden. Het probleem zit momenteel vooral in het terrorisme wereldwijd, dat elke keer weer toeslaat – zoals nu ook weer in Indonesië.”
Hoe is de situatie in Israël?
„Joden kunnen zich vrij bewegen, hun bruiloften houden en de synagogen bezoeken. Het probleem is echter dat we altijd moeten leven onder het gevaar van aanvallen, dag na dag. Israël heeft momenteel vooral te maken met verkeerde beeldvorming in de media. Je ziet dan beelden van drie Israëlische soldaten tegenover een Palestijns kind. Maar mensen vergeten dat datzelfde kind door zijn ouders en op school vele jaren onder druk wordt gezet om stenen te gooien. We willen vrede, we bidden om vrede, zelfs drie keer per dag, tijdens elke maaltijd. Maar we willen wel vrede met iemand die bereid is om vrede te sluiten. Daarvoor kijken we uit naar partners en doen we er alles aan om die partners te vinden.”
Zijn de spanningen in Israël religieus of politiek geladen?
„Religie is slechts een arena waarin mensen elkaar vooral bestrijden vanwege politieke opvattingen. Maar dan is religie niet het probleem, maar de politiek. Er bestaat in Israël een goede relatie tussen Joden, christenen en moslims. Het probleem schuilt in het terrorisme, dat dwars door alle religies heengaat.”
In december gaf een veertigtal orthodoxe rabbijnen, uit de Verenigde Staten, Israël en een aantal andere landen, een verklaring uit waarin zij getuigden van hun betrokkenheid bij het christendom. De christelijke Messias, zo stelde de verklaring, bracht een dubbele weldaad aan de wereld: Hij heeft de Thora van Mozes majestueus bekrachtigd en verwierp de afgoden van de volkeren. Ook werd de Joodse Bijbel, het Oude Testament, geaccepteerd als het boek van goddelijke openbaring.
Over de verklaring heeft opperrabbijn Lau nog niets inhoudelijks gehoord, geeft hij aan. „Ik kan er helaas niets over zeggen, omdat ik de details niet weet. Volgende week hebben we een consultatie van het rabbinaat over deze verklaring. Wat ik wel wil zeggen is dat samenwerking tussen Joden en christenen van vitaal belang is, maar de verklaring kan niet zo vertaald worden alsof er sprake is van een soort overkoepelende algemene godsdienst met twee poten, een Joodse en een christelijke. Jodendom en christendom zijn twee verschillende religies. Voor christenen is Jezus heel belangrijk, voor Joden in het geheel niet relevant. De verschillen blijven dus staan, naast elkaar. Wat ons bindt moeten we koesteren, maar het moet niet een koepel worden, waardoor de schijn zou kunnen ontstaan dat alles op hetzelfde neerkomt.”
Volgens de verklaring kunnen Joden van christenen leren en zelfs op bepaalde punten met hen samenwerken.
„Daar ben ik het van harte mee eens. Ik heb in Israël het voorrecht om zes keer per jaar met alle religieuze leiders, dus Joodse, christelijke, druzische en islamitische, te overleggen. We praten over onderwerpen die ons allemaal aangaan. De laatste keer bespraken we de betekenis van gezin en opvoeding om religieuze en politieke conflicten tegen te gaan. We zijn steeds geneigd om verschillen te zoeken, maar zoek nu alstublieft ook naar de dingen die je met elkaar kunt delen. Dat brengt het gesprek verder, ook tussen religies. In deze tijd van dreigend terrorisme is het juist van belang om dat gemeenschappelijke aan de wereld te laten zien.”
Media berichten regelmatig over wrijvingen tussen orthodoxe Joden en christenen in Israël. Zo riep het opperrabbinaat de Israëlische autoriteiten vorig jaar op om de jaarlijkse gebedsbijeenkomst van de Internationale Christelijke Ambassade in Jeruzalem tijdens het Loofhuttenfeest te verbieden.
„We leven in een democratisch land, maar iedereen die iets zegt of iets doet wat tegen de wet indruist, kan door de politie opgepakt worden. We staan daarom soms verbaasd over wat kranten over Israël schrijven. Van de problemen die u noemt, weet ik niets af. Iédereen in Israël wordt gestraft als hij feiten pleegt tegen de wet, of hij nu Jood, christen of moslim is. Er is een uitstekende relatie tussen de religieuze groepen in Israël. We hebben alle soorten van christenen, van Grieks-orthodoxe gelovigen tot aan de ambassadeur van het Vaticaan. Israël is een seculiere staat, maar er heerst volkomen vrijheid van religie. We hebben zelfs een ministerie van Religieuze Zaken, dat de belangen van alle religies behartigt.”
Er is in Israël een toenemend aantal Messiasbelijdende Joden en ook de belangstelling voor de Persoon van Jezus groeit. Hoe kijkt het rabbinaat aan tegen deze ontwikkelingen?
„Het staat iedere Jood vrij om over te gaan tot het christendom, al wordt dat door Joden natuurlijk niet gewaardeerd en niet als plezierig ervaren. Het blijft de vraag of deze groep nog als Joden getypeerd kan worden. Maar afgezien van deze vraag onderstreep ik dat elke poging om een ander te bekeren onacceptabel is. De Jood heeft er geen behoefte aan om de ander tot zijn religie over te halen, we hopen dat dat andersom ook geaccepteerd wordt.”
Wat is uw droom voor de toekomst?
„Een wereld waarin iedereen vrij is om zich te bewegen zoals hij of zij wil. Ik droom van de dag dat we het vele geld dat we nu uitgeven voor veiligheid kunnen gebruiken voor onderwijs en opvoeding. Dan kan iedereen zich in zijn eigen wortels en achtergronden verdiepen. Ik droom van een wereld waarin aanhangers van religies elkaar niet meer bestrijden, maar zich inzetten voor een wereld waarin mensen zichzelf kunnen zijn en hun God kunnen dienen, zonder behoefte te hebben anderen te willen bekeren.”
Opperrabbijn David Lau
David Lau werd op 13 januari 1966 in Tel Aviv geboren als zoon van rabbijn Yisrael Meir Lau. Hij studeerde aan diverse Talmoedscholen en werd rabbijn in Modiim. Lau schreef in uiteenlopende tijdschriften, waaronder Tehumin, een tijdschrift over moderne Joods wettelijke vraagstukken. In 2008 publiceerde hij ”Maskil LeDavid”, een boek over onderwerpen zoals genealogie, bekering, militaire wet en andere zaken. Lau was de eerste rabbijn in Israël die vragen over allerlei Joodse kwesties beantwoordde via internet. Op 24 juni 2013 werd hij gekozen tot Asjkenazisch opperrabbijn van Israël (het land kent ook een Sefardische opperrabbijn). Ten tijde van zijn verkiezing was hij de jongste opperrabbijn (47) ooit in de geschiedenis van het opperrabbinaat in Israël. De inauguratie vond plaats in de officiële residentie van de Israëlische president.