KNRM-redder Breskens treft sportvissers in doodsnood
BRESKENS. Samen met collega’s kon hij vier angstige mannen uit de woeste zee halen. KNRM-schipper Marcel van den Nieuwendijk (43) van station Breskens zal de reddingsactie in de nacht van donderdag op vrijdag niet vergeten.
Van den Nieuwendijk kreeg donderdagavond een telefoontje op de gsm van KNRM-station Breskens. Meteen wist de KNRM-beroepsschipper dat het menens was. Vier sportvissers op scheepje ”Zeeland” (zo’n 12 meter lang) waren in nood. „Toen ik een van die mannen aan de telefoon had, wist ik meteen: Dit is foute boel. Op de achtergrond hoorde ik angstkreten. Het scheepje bleek stuurloos rond te drijven in de hoge golven. Gelukkig kon de man via de gsm de locatie doorgeven. Toen viel de verbinding weg.”
Schroef
Het scheepje van de vier mannen –een Zeeuw en drie Brabanders– dreef al sinds dondermiddag vijf uur stuurloos rond op zee; zo’n vijftien kilometer uit de kust bij het Belgische Zeebrugge. En dat bij stormweer. „Waarschijnlijk is er iets in de schroef geraakt. De voortstuwing stopte. Daardoor was de boot een speelbal van de golven. Je kunt niet meer met de kop in de golven varen. Er stond windkracht 9, 10, soms zelfs 11. In golven van 6 meter hoog is een boot van 12 meter maar klein. Door de golfslag en het zwiepen van de boot is een mast met lampjes en antennes afgebroken. Daardoor konden de sportvissers niet meer via de marifoon hulp inschakelen. Er was ook geen ander scheepvaartverkeer in de buurt. Uiteindelijk konden ze bereik krijgen met hun mobiele telefoon. Via hun thuisfront kregen ze het 06-nummer van de KNRM in Breskens.”
Windkracht elf
Om half twaalf donderdagavond rukte de KNRM-reddingsboot Zeemanshoop met zes man sterk uit. „Door het slechte weer konden we niet heel hard varen. We deden er een uur over om bij de boot in nood te komen. Er stond soms windkracht elf. Gelukkig hadden we via de gsm nog even contact met de mannen op de boot. Toen wisten we dat ze gelukkig niet waren gekapseisd. Maar het bleef natuurlijk een gevaarlijke situatie.”
Intussen was ook een NH90-helikopter van de Belgische luchtmacht gealarmeerd en opgestegen. Er daalde iemand vanuit de helikopter af op de stuurloze boot. Vervolgens echter konden de mannen vanwege de ruige zee niet omhoog getakeld worden. Van den Nieuwendijk: „De helikopter was ongeveer een kwartier eerder dan wij ter plaatse. De helibemanning kon ons de exacte locatie doorgeven.”
Kraag
Te midden van woeste golven in de monding van de Westerschelde wist de KNRM-reddingsboot langszij te varen en konden de mannen aan boord worden gehaald. „Dan is het: De mannen in hun kraag pakken en niet meer loslaten. De sportvissers waren licht onderkoeld. Ze hebben in doodsangst gezeten. Het was een kwestie van leven en dood. Ze waren ons zeer, zeer erkentelijk. Ze willen zelf beslist niet in de publiciteit.”
De Zeemanshoop zette de geredde sportvissers en de man uit de helikopter af in Zeebrugge. „Er vond een medische controle plaats, daarna konden de mannen huiswaarts.”
De sportvissers droegen volgens Van den Nieuwendijk zwemvesten, en niet de veiliger reddingspakken.
Op internet klinkt kritiek op de sportvissers. Ze hadden met dit ruige weer nooit moeten uitvaren en hadden de weersvoorspellingen beter moeten volgen. „De mannen zijn verrast door het slechte weer”, reageert Van den Nieuwendijk, die geen oordeel wil geven over het zeemanschap van de geredde mannen.
Voldoening
Half drie vrijdagmorgen was Van den Nieuwendijk, sinds 9 jaar beroepsschipper bij de KNRM, terug in Breskens. Met voldoening kijkt hij terug op de nachtelijke reddingsoperatie bij stormweer. „Zo’n actie blijf me ik herinneren. Het had ook anders af kunnen lopen. We hadden ook vier levenloze lichamen in zee kunnen vinden. Ik ben blij dat we de mensen hebben kunnen redden. Daar doe je het allemaal voor. ”