Islamitische Staat bouwt stap voor stap aan achterban in Indonesië
APELDOORN. Moslimextremisten ronselen in Indonesië gaat niet vanzelf: de islam is er gematigd en tolerant. Met des te meer inzet werken radicale moslims er aan een kweekvijver van sympathisanten, en ook Islamitische Staat is daarbij van de partij.
Indonesië is wereldwijd het land met de meeste moslims, meer dan 250 miljoen. Maar de toon van de religie is er relatief mild. Niettemin zijn er onder deze grote groep gelovigen radicalen en extremisten, onder wie aanhangers van Islamitische Staat (IS).
De meeste IS-sympathisanten zijn geen ervaren strijders, aldus de Indonesische onderzoekster Navhat Nuranihyah in haar analyse ”More than a fanclub”, die gaat over de invloed van IS in Indonesië. Ze publiceerde haar studie begin december in het tijdschrift Inside Indonesia.
”Keyboard-warriors”, toetsenbordvechters, noemt Nuranihyah hen: meer gewend aan vechtspelletjes op de computer dan aan de werkelijke strijd.
Maar dat is aan het veranderen. Een klein, maar groeiend aantal Indonesiërs –enkele honderden– heeft gehoor gegeven aan de oproep van IS om naar Syrië af te reizen en als strijder te gaan vechten. Op de lange termijn vormen zij wel degelijk een gevaar voor de stabiliteit in Indonesië.
Een belangrijke factor in deze ontwikkeling zijn de vele thuisfrontcomités in Indonesië, opgericht ten dienste van teruggekeerde IS-strijders. Een sleutelrol speelt de Ansharud Daulah Islamiyah (ADI), een organisatie met afdelingen op Java, Sumatra, Kalimantan, Sulawesi en in Oost-Indonesië. De ADI houdt zich bezig met het opbouwen van zulke thuisfrontcomités. „De jihad is vooralsnog enkel voor Syrië en Irak afgekondigd, in Indonesië richten we ons op verdieping van het geloof onder IS-aanhangers”, aldus een sympathisant. Hij voegde eraan toe dat „de groep gereed is om geweld in eigen land te gaan gebruiken en aanslagen te plegen, zodra vanuit Syrië daartoe de opdracht komt en Indonesië wel tot een provincie van het kalifaat wordt gemaakt.”
Voorlopig houdt de ADI het bij de opbouw van wat wel „een kalifaatgemeenschap” wordt genoemd: een netwerk van thuisfrontcomités die teruggekeerde IS-aanhangers een schuilplek kunnen geven en andersoortige hulp, niet in de laatste plaats financiële, bijvoorbeeld om explosieven van te kopen.
Intussen vraagt de regering in Jakarta zich af hoe ze dit dreigende gevaar kan tegengaan. Behalve aan het oppakken van strijders hechten autoriteiten ook veel waarde aan preventie. Zo wordt er hard gewerkt aan het in kaart brengen van al die thuisfrontcommissies om de steun aan Syriëstrijders in te dammen.
De grootste gematigde moslimorganisatie van Indonesië, de Nahdlatul Ulama (NU, met 50 miljoen leden), helpt graag een handje mee. De NU reist de wereld rond met een confronterende anti-IS-film van negentig minuten, waarmee het IS bij moslims in diskrediet probeert te brengen. „Laten ze toch vooral in eigen land die film tonen”, was vorig jaar de kritiek vanuit Indonesië.
Mocht blijken dat er achter de aanslagen van donderdag terroristen van IS zitten, dan is die kritiek zeker terecht.