Dat meldt het Dagblad van het Noorden maandag. De werkzaamheden worden uitgevoerd doot de firma Reil uit Heerde. Adviseur is Stef Tuinstra. Met de restauratie is een bedrag van bijna 5 ton gemoeid.

Het tweeklaviers orgel (20 stemmen) werd in 1744 gebouwd door Albertus Anthoni Hinsz, die gebruikmaakte van ouder pijpwerk. In de 19e eeuw werkten de firma’s Freytag en Van Oeckelen aan het instrument. In de jaren 1967-1970 restaureerde de firma Van Vulpen het orgel, waarbij het werd teruggebracht naar de situatie van 1744.

Volgens Stef Tuinstra was de situatie in Appingedam nooit ideaal. Het orgel had „te weinig vermogen”, en dat terwijl het gaat om „één van de grootste kerken in de provincie.” Het was „een dorpsorgel in een stadskerk.” Bij de restauratie van 1967-1970 is er bezuinigd op grote pijpen, zegt hij. „Oude orgelpijpen werden hergebruikt. Dat is ook weer mooi, omdat het heel oude, unieke pijpen zijn uit 1638, maar ze zijn nogal klein voor zo’n grote kerk. Bij de komende uitbreiding krijgt het orgel een vrij pedaal, waardoor een apart register voor het voetenwerk ontstaat. Het geeft een stuk meer bas.”

Eigenlijk is dat een must, volgens Tuinstra. „Veel orgelliteratuur kon in Appingedam niet gespeeld worden. Het is dus mooi voor concerten: straks is alles te spelen. Ook bij het zingen scheelt het behoorlijk. Het orgel krijgt een voller geluid, waardoor je bij het zingen meer klanksteun krijgt.”

Nadat cantor-organist Vincent Hensen zondag twee werken van Bach had gespeeld die ook bij de ingebruikname in 1970 klonken, werd de restauratie ingeluid door het verwijderen van één pijp.