Van Rijn past meldcode kindermishandeling aan
DEN HAAG (ANP). Staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) scherpt de afspraken rond het signaleren van kindermishandeling aan. Huisartsen, onderwijzers en andere beroepskrachten die met kinderen werken, moeten voortaan stichting Veilig Thuis een seintje geven als zij hulp regelen bij kindermishandeling.
Als door die melding aan het licht komt dat er al eerder vermoedens waren dat het niet goed ging, volgt extra actie, schrijft Van Rijn dinsdag aan de Tweede Kamer.
De sinds 2013 bestaande meldcode kindermishandeling moet hiervoor worden aangepast. Eerder gaf van Rijn al aan dat hij de meldcode niet wilde vervangen door een meldplicht, zoals coalitiegenoot VVD graag wil. „We moeten doen wat het beste is voor kinderen. En dat is zorgen dat we ze op onze radar hebben als er zorgen zijn over mishandeling.”
Volgens Van Rijn gaat Veilig Thuis zich niet zomaar bemoeien met dingen die professionals heel goed zelf kunnen. „Maar met deze nieuwe werkwijze kan het wel aan de bel trekken als er meer aan de hand lijkt te zijn dan de directe hulpverlener kan overzien”. Stichting Veilig Thuis is het nieuwe meldpunt voor huiselijk geweld. De VVD is blij met deze stap, want „kindermishandeling kan en moet beter worden aangepakt”.
De meldcode is een vijfstappenplan waarin staat wat leraren, huisartsen en medewerkers van jeugdzorginstellingen moeten doen als ze kindermisbruik of kindermishandeling niet kunnen uitsluiten. Zij beslissen nu zelf of ze een vermoeden van kindermishandeling melden bij stichting Veilig Thuis of dat ze zelf een hulpplan maken.