De meningen over Steenkamp waren verdeeld. Hij stond bekend als een bevlogen idealist en werd om zijn linkse opvattingen “rooie Piet” genoemd. Oud-directeur Gijs van der Wiel van de Rijksvoorlichtingsdienst prees hem als “een kunstenaar in de politiek”. Maar ex-partijvoorzitter Otto baron van Verschuer van de CHU bestempelde Steenkamp als “een nooit volwassen geworden koorknaap”, van wie je je af kon vragen of hij eigenlijk wel politieke opvattingen had.

Steenkamp werd geboren op 8 maart 1925 in Uithoorn in een streng katholiek gezin. Zijn vader bezat een conservenfabriek. Steenkamp wilde aanvankelijk priester worden, maar koos later voor een studie economie in Tilburg. Daarna nam hij de fabriek van zijn vader over. In 1960 werd hij hoogleraar in Eindhoven. Daarna begon zijn politiek loopbaan.

Vanaf het prille begin in 1967 was Steenkamp betrokken bij de vorming van het CDA. Dat was voor hem “primair een religieuze opdracht”, zei hij tegen NRC Handelsblad. “Als je als christen naar een betere wereld streeft, moet je dat met gelijkgezinden proberen te doen.”

Het langdurige fusieproces was voor de ongeduldige Steenkamp geen pretje. Hij uitte zijn irritatie soms op wat kinderlijke wijze. Zo presenteerde hij na een vergadering waarin weer eens geen vooruitgang was geboekt voor straf geen koekje.

Een ministerschap heeft Steenkamp nooit geambieerd. De lange avondvergaderingen zouden niets voor hem zijn geweest. Steenkamp was een ochtendmens… Als Senaatsvoorzitter verwelkomde hij bewindslieden die ’s ochtends een paar minuten te laat de vergaderzaal betraden dan ook met een snibbig “Goedenavond”.