PVV’er Bosma heeft vooral zijn partij tegen
DEN HAAG. Kwaliteiten om voorzitter te zijn, heeft PVV’er Bosma (51) zonder meer. Maar ja, die partij van hem, hè?
Meldden de beste kandidaten zich het laatst? Je zou het bijna denken. Want over PVV’er Bosma, die maandagavond via Twitter, het favoriete medium van zijn politieke groepering, meldde dat hij kandidaat is, weet iedereen dat hij het kán. Al bijna zes jaar is Bosma, Kamerlid sinds 2006, ondervoorzitter. En als híj vergaderingen leidt –hij deed er de afgelopen jaren honderden–, loopt de zaak gewoonlijk op rolletjes.
Een paar karaktereigenschappen komen hem daarbij goed van pas: zelfverzekerdheid, onverstoorbaarheid, humor (van de ironische, soms wat cynische soort), verbale souplesse en scherpte.
Dat de oud-journalist zich schriftelijk prima kan uitdrukken –hij schreef verschillende boeken, waaronder ”De schijnelite van de valse munters”–, is in dit verband niet zo relevant. Zijn mondelinge uitdrukkingsvaardigheid en zijn vermogen ad rem te reageren, des te meer.
Daar komt nog iets bij. Binnen de PVV verstaat Bosma de kunst om moeiteloos jarenlang de tweede viool te spelen. „Martin hoeft niet zo nodig zelf in de schijnwerpers te staan”, zeggen oud-PVV-Kamerleden. Dit is voor een voorzitter alleen maar een pre: die moet zichzelf kunnen wegcijferen ten behoeve van het vergaderproces.
Maar ja, die partij van hem, hè? Want met de beste wil van de wereld poets je het niet weg: met al zijn persoonlijke kwaliteiten blijft Bosma een PVV’er, dé adjudant van Wilders en diens geniale tekstschrijver. En een groot deel van de Kamer moet er nu eenmaal niet aan denken om in binnen- en buitenland te zullen worden vertegenwoordigd door iemand die het gaat „regelen” dat er „minder, minder” Marokkanen komen.
Daar komt nog iets bij. Eén recente uitspraak van PVV-leider Wilders ligt alle volksvertegenwoordigers nog vers in het geheugen. Ons land zou te kampen hebben met een „nepparlement.” Die term, misschien wel bedacht door woord-virtuoos Bosma, is véél Kamerleden in het verkeerde keelgat geschoten. En het mag de PVV-top dan in het algemeen gesproken worst wezen wat andere politici van hen denken, bij de verkiezing van een voorzitter gáát het er nu juist om wat anderen van hen vinden. Om die wetmatigheid kan ook de hyperintelligente Bosma niet heen.