Binnenland

Chocola en discussie over boycot van Israëlische producten

„Free Palestine, free Palestine.” Marokkaanse jongens fietsen –hun leus roepend– over de Amsterdamse Dam. Een markante orthodoxe Jood en een vrouw rennen met de Israëlische vlag achter de fietsers aan. Een andere Israëlische man kijkt hoofdschuddend toe. Hier komt ellende van.

Sjoukje Dijkstra
5 January 2016 20:12Gewijzigd op 16 November 2020 00:28

Kom, we willen praten. We willen jullie mening horen, roept de vrouw nog, maar nee. De jongens weten niet hoe snel ze zich uit de voeten moeten maken. „Helaas”, verzucht Cornelia van Dijk, vrijwilliger van Lev La’oham. „We willen juist weten wat andersdenkenden vinden. We willen graag discussie uitlokken.”

Tegen oneerlijke boycot

Een kolonist wordt hij genoemd en een landbezetter. Nati Rom voelt zich niet zo. Hij staat pal voor wat volgens hem juist is. En hij verzet zich tegen een in zijn ogen oneerlijke boycot vanuit Brussel. Een boycot die heel veel kleine ondernemers in de zogenoemde bezette gebieden in Israël raakt.

De EU keurde recent nieuwe richtlijnen goed voor het labelen van producten die afkomstig zijn van Joodse nederzettingen aan de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem, de Gazastrook en de Golanhoogte. „Het doel van de labeling is deze producten te blameren, zodat ze gemakkelijk genegeerd –geboycot dus– kunnen worden”, aldus Rom. „De boycot was er al. Alleen nu is het officieel.”

In december stond Rom twee dagen op de Dam in Amsterdam. Je kon ’m niet missen. Voorbijgangers mochten geboycotte chocolade proeven. Vervolgens vroeg Nati Rom hun mening over de boycot van Israëlische producten van de Westbank. „We willen dat mensen goed nadenken over wie ze raken wanneer ze meedoen aan deze boycot. Niet alleen Israëliërs, ook juist de Palestijnen die in deze gebieden wonen en werken.”

Apartheid

„Maar als Palestijnen in illegale nederzettingen door slechte economische omstandigheden gedwongen zijn om daar te werken bij diverse bedrijven, wat kun je dan?” zo reageert Sonja van den Enden, bestuurslid van Stop de Bezetting.nl, desgevraagd. Zij meent dat een boycot het enige middel is om de –in haar ogen– bezetting te laten ophouden. „Zolang deze en andere organisaties blijven claimen dat zij alleenrecht hebben in Palestijns gebied, gaan zij voorbij aan het bestaansrecht van Palestijnen. Dit heet apartheid. Zolang Israël de kenmerken heeft van een religieuze staat in plaats van een seculiere democratie zal het geen vrede kennen.”

Journaliste en publiciste Annedieke Kuchler, zelf ooit werkzaam en woonachtig in Israël, heeft de laatste keer dat zij in Israël was beide kanten van het conflict kunnen zien. „Er werken heel veel Palestijnen bij Israëlische bedrijven: fabrieken, garages en dergelijke. Gaan we dus doen wat die –slecht geïnformeerde– boycotvoorstanders willen, dan pak je dat land aan twee kanten. Dan is iedereen de klos.”

Kogelvrij vest

Rom spreekt met passie over zijn thuisland. Dat neemt niet weg dat het een moeilijk leven is voor hem en zijn familie. „We leven continu in angst. Elke dag zijn er honderden aanslagen. Onze vrienden zijn dood, mijn kinderen dragen een kogelvrij vest naar school en mijn vrouw wordt regelmatig bekogeld met stenen. Arabieren hebben in de afgelopen tijd ’s nachts onze bomen omgehakt en verbrand: 1300 bomen zijn er nu al weg.” Toch zou hij nergens anders willen wonen. „Alleen hier voelen we ons verbonden met God. Dit is onze erfenis. Het beloofde land.”

„Het is moeilijk leven voor iedereen”, beaamt Kuchler. Zelf heeft ze het bloedige resultaat van een dodelijke bomaanslag op een bus gezien. „Het was verschrikkelijk. Met geen pen te beschrijven.” „Met de door Israëliërs opgetrokken muur ben ik niet blij, maar er komen dagelijks meer dan tachtig raketten uit Gaza. Dus kun je je wel voorstellen waarom die muur er staat, maar het is een deprimerende toestand. In Bethlehem zijn de straatjes momenteel donker door de enorme muur. Het is net Berlijn in de jaren 60. Ook die lange rijen wachtenden bij de checkpoints en het gestuntel met het doorlaten van de Palestijnen die dagelijks naar hun werk moeten, is werkelijk verschrikkelijk. Ik heb met die mensen te doen. Die muur is net zo’n slag in het gezicht van het Palestijnse volk als de Rotskoepel op de heiligste van de heiligste plek voor de Joden. Namelijk de plek waar hun tempel heeft gestaan.”

Met twee maten meten

Het enige wat je volgens Kuchler bereikt met de boycot van Israëlische producten is dat zowel Israëliërs als Palestijnen erop achteruit gaan. Zelf vindt ze etikettering best, zolang het met de juiste benaming is. Dus niet: „Afkomstig uit de bezette gebieden”, maar bijvoorbeeld: „Gemaakt in een fabriek met zowel Israëlische als Palestijnse medewerkers op de Westbank.”

Wat Kuchler aangaat zijn er naar de huidige maatstaven meer landen die in aanmerking komen voor etikettering. „Er woeden in Afrika achttien oorlogen. In Congo worden vrouwen massaal verkracht en verminkt en ook in andere landen hakken mensen elkaar de ledematen en uiteindelijk de hoofden af. Daar hoor je bijna niemand over. We kopen dagelijks aardbeien, bessen, groente uit diverse landen daar. Afrika heeft een soort van ”gunfactor”; Israël niet. Dat land ligt onder een vergrootglas van de media. Als vandaag alle bedrijven op de Westbank sluiten, hebben er morgen heel veel kinderen honger.”

Van den Enden daarentegen zegt blij te zijn met de steun vanuit de EU. „Er werd al langer geboycot, maar er is nooit echt aandacht aan besteed vanuit ‘Europa’. Nu wel, dat vind ik positief. Laat de Nederlandse politiek er nu ook serieus achter gaan staan. Zonder politieke wil kun je boycotten, maar het zal weinig effect hebben. Het begin is nu in ieder geval gemaakt.”

Tegenbeweging

Strijdlustig als Rom is, lanceerde hij al in 2012 een tegenbeweging van alle boycots van producten uit het Bijbelse hartland. Lev Ha’olam –wat zo veel betekent als ”Hart van de wereld”– is een organisatie waar mensen maandelijks voor 90 euro producten uit Judea en Samaria kunnen kopen. „Onder het motto: Zij boycotten, wij kopen”, legt hij uit.

De richtlijnen voor labeling krijgen niet in alle Europese landen bijval. Griekenland heeft al aangegeven de etikettering uit de omstreden gebieden van Israël af te wijzen, ook Duitsland voelt niet veel voor labeling van de producten.

CU-Kamerlid Voordewind wil dat ook minister Koenders van Buitenlandse Zaken er nog eens goed naar kijkt. Voordewind heeft Koenders in oktober nog gesproken. „Daarna vond de stemming plaats over de motie van Ten Broeke (VVD). Het is toen ook nog aan de orde geweest via Kamervragen. Koenders wil echter de etikettering van producten uit de bezette gebieden voortzetten”, aldus Voordewind. De ChristenUnie is tegenstander van de etikettering en zal hiertegen bezwaar maken. „Het is geen verordening maar een richtlijn. Dus lidstaten kunnen ervan af wijken. Naast genoemde landen zijn ook Tsjechië en Slovenië tegen de richtlijn”, laat Voordewind weten.

Positief

Ondanks negatieve reacties en zelfs agressie die de actievoerende Rom op de eerste dag op de Dam ervoer, verliep dag twee vrij soepeltjes. Toch kwamen er nog Joodse mensen op Rom af die hem waarschuwden. „Je moet je Joodse lokken verbergen”, zeiden zij. „Anders zouden mensen je wellicht iets aan willen doen.” Dat het zover is gekomen dat Joden weer bang zijn in Europa, vindt hij onbegrijpelijk. Toch is Rom tevreden over het resultaat van de actie. „Verbazingwekkend hoeveel mensen positief reageerden.” Dat vindt ook Cornelia van Dijk van de Nederlandse tak van Lev Ha’olam. Rom deelt de chocolade uit en filmt. Zij interviewt de mensen. Als er even weinig reactie loskomt, pakt ze de Israëlische vlag en zwaait ermee.

Daar staat ze dan. Provocerend, luidkeels roepend: „Proef ook geboycotte producten uit Israël.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer