Nederland veroordeelt Israël voor aanslag op Yassin
In Nederland is de aanslag door het Israëlische leger op de Palestijnse sjeik Yassin alom veroordeeld. Tweede–Kamerleden, kabinet en ook maatschappelijke organisaties veroordelen de moord op de Hamas–leider en spreken de vrees uit voor een verdere escalatie.
De Nederlandse regering veroordeelde maandag bij monde van minister Bot van Buitenlandse Zaken de aanslag. „Deze actie is strijdig met het internationaal recht. De aanslag verscherpt de tegenstellingen in het Midden–Oosten en frustreert de inspanningen van de internationale gemeenschap om vrede in het Midden–Oosten dichterbij te brengen."
Ook Tweede–Kamerleden veroordelen de aanslag op Yassin, maar treuren niet om diens dood. VVD–Tweede–Kamerlid Wilders zal „er geen traan om laten. Deze man was een van de grootste terroristenleiders in het Midden–Oosten met veel bloed aan zijn handen".
„Ik zal om zijn dood niet treuren en heb moeite om een gevoel van vreugde te onderdrukken", zei Wilders. Wel vindt hij namens de VVD dat executies zonder vorm van proces als de aanslag op Yassin niet geoorloofd zijn. Hij vreest dat de dood van de Hamas–leider grote gevolgen zal hebben. „Hij is gevaarlijker als martelaar dan als oude man in een rolstoel in Gaza."
Zijn PvdA–collega Koenders vreest eveneens een escalatie. „Dit is moord. Een executie zonder vorm van proces die scherp moet worden afgewezen. Ook ik heb geen enkele sympathie voor Yassin, maar dit kan niet", aldus Koenders.
CDA–Kamerlid Eurlings zei dat „de heer Yassin bij mij geen enkel medelijden kan oproepen. Hij was een van de meest verderfelijke terroristen van het Midden–Oosten." Eurlings denkt met afschuw terug aan interviews waarin Yassin vergenoegd terugkeek op aanslagen waarbij ook kinderen waren omgekomen. Maar tegelijkertijd stelde Eurlings dat de executie door Israël, „dat pretendeert een rechtsstaat te zijn", zorgelijk is.
D66–Kamerlid Bakker noemde de aanslag „nog wel te begrijpen maar een onverstandige zet". Hij vindt dat Nederland als aankomend voorzitter van de EU een poging moet doen om de partijen toch nader tot elkaar te brengen. „Europa is verdeeld over het Midden–Oosten en de Amerikanen zijn in hun verkiezingsjaar afwezig, hier ligt een bijzondere verantwoordelijkheid voor minister Bot", aldus Bakker.
SP–Kamerlid Van Bommel noemde de aanslag „staatsterreur die met dezelfde kracht verworpen moet worden als alle andere terreur". GroenLinks–Kamerlid Karimi sprak van een „Israëlische liquidatiepolitiek een flagrante schending van het internationaal recht". Zij vindt dat de EU–landen in de Veiligheidsraad moeten pleiten voor een beschermingsmacht om de veiligheid van de Palestijnen te waarborgen.
De Turkse beweging Milli Görüs in Nederland stelde dat Israël zich met de aanslag begeeft op de „snelweg naar escalatie". De koepelorganisatie van 22 moskeeën in Noord– en Midden–Nederland vindt dat Israël willens en wetens alle internationale verdragen schendt. „Israël is blijkbaar niet uit op vrede maar op totale vernedering van het Palestijnse volk."
De Arabisch Europese Liga (AEL) Nederland keurde de aanslag af. AEL is „diepbedroefd met dit verlies" en de organisatie is in gedachten bij de familieleden van Yassin. De aanslag is voor AEL het bewijs dat Israël alleen maar uit is op „het uitroeien en verdrijven van Palestijnen uit hun land ten behoeve van een racistische, ondemocratische, koloniale en zionistische staat".
Volgens actiegroep Stop de Bezetting zal het geweld alleen maar stoppen als Israël zich terugtrekt uit de Palestijnse gebieden. Het Nederlands Palestina Komitee (NPK) vermoedt een tactiek bij premier Sharon waarin hij bewust en met steun van de Amerikanen aanstuurt op escalatie om daarna de Palestijnen nog harder aan te kunnen pakken, ook op de Westelijke Jordaanoever. Het doel zou zijn de fysieke uitroeiing van het Palestijnse volk, aldus het NPK.
Het CIDI, Centrum Informatie en Documentatie Israël, verwachtte de aanslag op Yassin al enige tijd. „Je moet niet denken dat je buiten schot blijft, als je de verantwoordelijkheid draagt voor terrorisme", aldus CIDI–directeur R. Naftaniel. Hij denkt dat met het verdwijnen van Yassin er wellicht een opening tot dialoog komt tussen Israël en de gematigde Palestijnen.