Economie

Visser weet nauwelijks waar hij aan toe is

BRUSSEL. Over een kleine drie weken wordt de zogeheten aanlandplicht voor platvis uit de Noordzee van kracht. De voor­bereiding op de nieuwe Europese maatregel verloopt chaotisch. Vissers weten nauwelijks waar ze op 1 januari aan toe zijn.

12 December 2015 19:13Gewijzigd op 16 November 2020 00:01
beeld RD
beeld RD

Jongste frustratie is sinds donderdag een dreigende blokkade van het zogeheten ”discardplan” –een pakket technische voorschriften– door de visserijcommissie van het Europees Parlement (EP). Het gaat om een actie van de voor­zitter van die commissie, de Franse christendemocraat Alain Cadec. Die voelt zich geschoffeerd door de Europese Commissie omdat die op het allerlaatste moment een –op zichzelf onschuldige– correctie had doorgevoerd.

Wat houdt de aanlandplicht in?

In het Europese visserijbeleid is enkele jaren geleden afgesproken dat vissers op termijn vrijwel alle vis die ze vangen, ook jonge en onverkoopbare vis die tot nu toe weer overboord gaat (bijvangst), aan land moeten brengen. De maatregel is omstreden: milieu­organisaties verwachten dat die het herstel van de visstand ten goede komt, maar vissers verwachten juist het tegenovergestelde en voorzien bovendien grote praktische problemen. Dat geldt met name in de zogeheten ”demersale” visserij, die met relatief veel bijvangst kampt.

Wat is ”demersale” visserij?

Visserij op soorten die op of nabij de zeebodem leven. Voor Nederland zijn de platvissoorten tong en schol het belangrijkst. Begin dit jaar werd al een aanlandplicht voor de ”pelagische” visserij 
–vangst van vissen die in scholen leven, zoals haring– van kracht. Vanaf 2016 volgt een aantal stappen in de demersale visserij.

Hoe bereiden vissers zich voor om straks aan de plicht te voldoen?

Er wordt volop gewerkt aan nieuwe technieken: technieken om selectiever te vissen, zodat er minder bijvangst meekomt, en technieken om ongewenste vis die toch wordt gevangen een grotere kans te geven op overleving. Als die kans groot genoeg is, mag de vis alsnog overboord, zo is de verwachting. Probleem is echter dat deze technieken nog niet klaar zijn voor de praktijk. Verder wordt gezocht naar afzetmarkten van bijvangst die straks toch aan wal moet worden gezet. Die mag volgens de Brusselse regels namelijk niet voor menselijke consumptie worden verkocht.

Is er, buiten de techniek, sprake 
van ook nog andere problemen?

Ja. Het is onduidelijk hoe de vangstquota worden aangepast aan de nieuwe regelgeving en wat dit betekent voor de administratie die de vissers bij moeten houden. Volgende week moeten de Europese visserijministers hier knopen over doorhakken. Grote vraag is ook hoe controleorganisaties –in Nederland de NVWA– de aanlandplicht straks gaan handhaven.

Deze week drong de Tweede Kamer aan op uitstel van de administratieve verplichtingen van de aanlandplicht. Helpt dat?

Het zet de problematiek wat hoger op de agenda, maar de aanlandplicht is een Brusselse aangelegenheid. Alleen samen met de andere lidstaten rondom de Noordzee kan Nederland wellicht wat extra „rek en ruimte” bewerkstelligen. Staatsecretaris Van Dam (Economische Zaken) heeft toegezegd het gesprek aan te gaan, maar heeft er geen hoge verwachtingen van.

Hoe zit het met die actie van Cadec?

Cadec heeft een storm van kritiek over zich heen gekregen, van de vissers, medeparlementariërs, visserijministeries van diverse lidstaten en van zijn eigen Franse regering. Gistermiddag werd bekend dat hij zijn plan intrekt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer