Kabinet kijkt naar aanpak salafisme
DEN HAAG (ANP). Het kabinet gaat salafistische organisaties in kaart brengen en bekijken of een verbod mogelijk is. De Tweede Kamer heeft daarom gevraagd, omdat die bezorgd is over de invloed van deze orthodoxe islamitische clubs op radicalisering en jihadisme in Nederland.
Minister Lodewijk Asscher (Integratie) zei donderdag in de Tweede Kamer dat het kabinet de moties zal uitvoeren. Volgens hem is het goed dat het Openbaar Ministerie zal kijken of de wet nog „up to date” is als het gaat om salafistische of om antidemocratische organisaties.
„We kijken nu anders tegen het salafisme aan. Het salafisme is een bron van zorg. Het is wel de vraag of een verbod het meest effectief is”, zei de minister. „Als de ideologie erachter haaks staat op de rechtsstaat, dan moeten we die inderdaad aanpakken.” En dat is volgens hem lastig, omdat er drie stromingen binnen het salafisme zijn en niet iedereen een politieke ideologie nastreeft.
„Orthodoxe gedachten mogen. Maar een jihadist is al over de grens van het strafrecht.” Volgens Asscher is in ieder geval een weerwoord tegen het salafisme nodig, om tegen te gaan dat aanhangers overgaan naar de politieke islam.
Tijdens het debat botsten de Kamerleden van de PvdA, VVD en SP hard met Selçuk Öztürk van de Groep Kuzu/Öztürk. De drie partijen vinden dat het salafisme een bron is voor radicalisering. Ook belemmert salafisme de integratie, vindt de SP. Öztürk beschuldigde hen ervan iedereen over één kam te scheren. Maar volgens de VVD is het juist Öztürk zelf die geen onderscheid maakt tussen de islam en salafisme.