Het verbrande lichaam van Kourrich werd in 2013 bij het Friese Tjeukemeer gevonden. Hij werd in een sigarenwinkel in Amsterdam gedood door verscheidene personen, onder wie K. De opgelegde straf is gelijk aan de eis van het Openbaar Ministerie.

Twee andere verdachten in de zaak kregen lagere straffen van de rechtbank. Marian H. die volgens de rechtbank medeplichtig is, kreeg twee jaar cel. Hendrik van der H., die in Friesland hielp om het lijk weg te maken, moet 1,5 jaar de gevangenis in.

Volgens de rechtbank staat vast dat K. Kourrich met een honkbalknuppel heeft geslagen. Hij heeft hem ook vastgebonden met tape en draad. K. is minderjarig, maar de rechtbank berecht hem als een volwassene. Volgens de rechtbank is de „ernstige” wijze waarop de moord is gepleegd hier de oorzaak voor.

Semih K. hield zich lange tijd stil, maar begon met praten tijdens de behandeling van de zaak. Dat de zaak hierdoor te lang heeft geduurd, zorgt niet voor een lagere straf, stelt de rechtbank. K., die nu nog op vrije voeten loopt, wordt zo snel als mogelijk weer aangehouden.

Uit de uitspraak van de rechtbank blijkt dat er veel gewicht wordt toegekend aan de verklaring van Marian H. De rechtbank neemt in alle uitspraken deze verklaring als leidraad en zegt dat de verklaring steun vindt in andere bewijsmiddelen zoals bloedsporen, telecomgegevens en andere verklaringen.

De hoofdverdachte in deze zaak, Engin K., overleed vorig jaar in zijn cel. Hij zou met Kourrich een conflict hebben gehad over hennep. De rechtbank doet geen uitspraak over zijn mogelijke schuld, omdat het in Nederland niet mogelijk is om dode mensen te vervolgen. Engin K. stierf een natuurlijke dood.