Rechters aan zet in procedure rond verbod Duitse NPD
In de procedure om de Duitse rechts-extreme partij NPD te verbieden zijn de rechters opnieuw aan zet.
Minister van Binnenlandse Zaken Otto Schily gaf maandag in een brief aan het constitutioneel hof antwoord op de vragen van de rechters over de overheidsspionnen die zijn ingezet om te bewijzen dat de NPD doelen nastreeft die strijdig zijn met de grondwet.
Volgens de regering en de meeste partijen in de Bondsdag zijn de activiteiten van de partij duidelijk in strijd met de grondwet en moet de NPD worden verboden. De aanvraag van de regering om de partij te verbieden was door de rechters opgeschort totdat Berlijn duidelijkheid verschaft over de rol van de spionnen van de binnenlandse veiligheidsdienst.
Juristen menen dat de rechters vallen over de dubbelrol die de spionnen -hoge functionarissen van de partij- hebben gespeeld. Omdat zij leidinggaven aan de partij, kunnen zij niet met een andere pet op -als spion- min of meer onafhankelijk berichten over de doelen en methoden van de partij. Voorts bestaat de mogelijkheid dat zij juist in opdracht van de veiligheidsdienst verboden ideeën hebben uitgedragen binnen en buiten de partij om zo aan te tonen dat de NPD buiten de wet staat.
Of de verbodsaanvraag na de opschorting nog een kans heeft, is binnen de gevestigde partijen hoogst omstreden en de kwestie dreigt op een groot politiek fiasco voor de rood-groene coalitie uit te draaien. De CDU/CSU-fractie en de FDP hebben Schily fel aangevallen over de kwestie.