Weer minder glasaal
NIJMEGEN (ANP). Het gaat nog steeds niet goed met de glasaal (doorzichtige jonge paling) in ons land. In 2013 en 2014 nam hun aantal nog licht toe, maar dit jaar zijn het er minder dan voorheen. Bij Den Oever is dit jaar zelfs het laagste aantal geteld sinds het begin van de metingen in 1938.
Ravon, de kennisorganisatie voor reptielen, amfibieën en vissen, concludeert woensdag op naturetoday.com dat dit een duidelijke boodschap is dat de toekomst van de paling nog lang niet zeker is. Sinds de jaren tachtig is de intrek van glasaal en het palingbestand wereldwijd sterk afgenomen, ondanks tegenmaatregelen.
Palinglarven trekken van de Sargassozee (Atlantische Oceaan) naar Europa. Voor de kust veranderen ze in de aaltjes, waarna ze de binnenwateren ingaan om op te groeien. Volgroeid zwemt de paling voor voortplanting terug naar de Sargassozee.
Om meer glasalen naar het opgroeigebied te krijgen en meer paling naar zee worden visvriendelijke gemalen, vispassages en ‘aalgoten’ aangelegd. Ook wordt op zee gevangen glasaal uitgezet en zijn er beperkingen voor de visserij.
Dat het nu nog steeds niet goed gaat heeft tal van oorzaken, zegt Martijn Schiphouwer van Ravon in een toelichting. Er zijn natuurlijke jaarlijkse fluctuaties, de trekvis komt nog altijd barrières tegen en ze komen in de netten van de beroepsvisserij. Ook hebben de dieren te kampen met bodemvervuiling in de grote rivieren en met ziektes en parasieten.
„Nationale en internationale samenwerking is vereist om de oorzaken van de achteruitgang aan te pakken en de paling in de lift te krijgen.”