Nieuwe gentechniek mooi én riskant
WASHINGTON. Wetenschappers gebruiken sinds kort een techniek waarmee ze snel én gericht wijzigingen kunnen aanbrengen in het DNA. De vraag is nu: mogen wetenschappers die methode gebruiken om het erfelijk materiaal van menselijke embryo’s te veranderen?
Onderzoekers discussieerden afgelopen week over die vraag tijdens een driedaagse internationale conferentie in Washington. Dat resulteerde in een document waarin ze stelden dat het op dit moment onverstandig is om menselijke embryo’s genetisch te veranderen om ziekten te voorkomen. Een algeheel verbod ging de wetenschappers echter te ver. Ze hebben namelijk geen bezwaar tegen gentherapie bij kinderen of volwassenen ter behandeling van bloedkanker of een spierziekte.
NAUWKEURIG: De nieuwe techniek, Crispr-Cas9, spreekt onderzoekers aan omdat ze daarmee voor het eerst uiterst nauwkeurig het erfelijk materiaal kunnen veranderen. De methoden die ze tot nu toe gebruikten, waren als een schot hagel: je raakte daarmee het doel, maar bracht ook andere, ongewenste wijzigingen aan in het DNA.
ERFELIJKE ZIEKTEN: De Crispr-Cas9-methode kan worden gebruikt om erfelijke aandoeningen, zoals taaislijmziekte (cystic fibrosis) en de ziekte van Huntington, bij de bron aan te pakken en daarmee echt te genezen. Wetenschappers vervangen dan het zieke gen voor een gezonde versie daarvan. Die aanpassing moet wel worden gedaan aan het begin van het leven, in het embryo. Alleen dan bevatten alle lichaamscellen later een gezond gen in plaats van een ziekmakend gen.
GENERATIES: Dat een kind niet meer een ernstige erfelijke ziekte krijgt, lijkt mooi. Bezwaar is echter dat als je het DNA van een embryo verandert, die wijziging niet alleen die persoon treft maar ook de volgende generaties. Onbedoelde schade en ongewilde wijzigingen kunnen niet meer ongedaan worden gemaakt.
SELECTIE: Een ander punt van zorg is dat de techniek niet uitsluitend zal worden gebruikt om ernstige aandoeningen te genezen, maar ook voor selectie op uiterlijke kenmerken, zoals oog- en haarkleur of atletische bouw. Hoe reëel dit gevaar van ‘designer baby’s’ is, is overigens de vraag. Veel ziekten en uiterlijke kenmerken worden niet door één gen bepaald, maar zijn het resultaat van de activiteit van meerdere genen. Ook spelen omgevingsfactoren, zoals leefstijl en voeding, vaak een belangrijke rol.
ALTERNATIEVEN: Veel wetenschappers wijzen erop dat aandoeningen die tot één gen te herleiden zijn ook op andere manieren kunnen worden voorkomen. Het gaat dan vooral over pre-implantatie genetische diagnostiek. Bij deze methode worden embryo’s, verkregen via reageerbuisbevruchting (ivf), gescreend op de erfelijke aandoening. Vervolgens worden alleen gezonde embryo’s in de baarmoeder teruggeplaatst.
In Nederland is gebruik van deze techniek toegestaan voor specifieke ziekten. Selectie op oog- of haarkleur of geslacht mag niet. In het buitenland zijn er echter klinieken die zulke ‘diensten’ wel aanbieden.