Ds. Koppelaar is van mening dat de vervangingsleer het zicht op Christus flink vertroebeld heeft. Deze leer hield in dat in een groot aantal gevallen ”kerk” gelezen werd waar het woord ”Israël” in de Bijbel staat. „Door deze leer heeft de kerk zich in de plaats van Israël gezet. Hierdoor meende zij in de Middeleeuwen dat het vrederijk daar is, waar de kerk is. Het gevolg was dat de bisschoppen zich kleedden als koningen.”

De Joden vormden de naaste kring om de Messias, aldus ds. Koppelaar. De predikant ziet niet alleen Christus maar ook het volk van de Joden als de lijdende knecht des Heeren. „Toen in 1648 en 1649 gevluchte Joden vanuit Polen in Amsterdam arriveerden, zag Rembrandt dat beeld in hen. Pas toen hij deze Joodse vluchtelingen gezien had, kon hij Christus uitbeelden als de lijdende Knecht des Heeren.”

De tekst in Openbaring 6 over de „zielen onder het altaar” slaat volgens ds. Koppelaar niet op christenen maar op Joden. Hij stelt dat het daar gaat om een Joodse uitdrukking. De zielen onder het altaar betreffen de Joden die in Israël begraven zijn. „Er kunnen geen christenen bedoeld zijn, omdat er in het vervolg van de tekst gesproken wordt over wraak. Een christen moet zijn vijand liefhebben. Maar het Joodse volk dat nog leeft in de Oudtestamentische bedeling mag wel om wraak naar God roepen.”

Vooral tijdens de Holocaust was zichtbaar dat de Joden de lijdende Knecht des Heeren waren, aldus de Katwijks predikant. Hij gelooft dat de miljoenen Joden niet zomaar gestorven zijn. „Eens zal een groot deel van de Joodse natie tot bekering komen. Er komt een dag dat God Israël zal verhoren en dat de zielen onder het altaar opgewekt zullen worden. Dan worden de Joden vergaderd uit het land van de dood. Dat geldt ook voor Joden die overleden zijn in de Holocaust. Zouden mensen die in Auschwitz met een psalm op de lippen gestorven zijn, voor eeuwig verloren zijn?”

Als tekst voor de bekering van de Joden noemde hij onder meer Zacharia 12:10, waar het gaat over een rouwklage over Hem die zij doorstoken hebben. „Het betreft hier niet een algemene rouwklacht maar een rouwklacht van elke stam van Israël.”

Jezus zal op de Olijfberg terugkomen om daar Zijn duizendjarig vrederijk te vestigen dat zal duren tot aan de grote oordeelsdag, aldus ds. Koppelaar. In dat rijk zal vrede zijn en de natuur zal hersteld worden. Van dat rijk zullen nog levende en al overleden volgelingen van Christus deel uitmaken. Er zal een heerlijke staat van de kerk zijn en het Joodse volk zal de nauwste kring om de Messias vormen.