Islamitische Staat: een veelkoppig monster
AMMAN. Er klinken tegenstrijdige berichten over het dagelijks leven in het kalifaat van Islamitische Staat (IS). Oorzaak zijn tegenstrijdigheden in de strategie van IS. Zo maken de bombardementen van de VS, Rusland en andere landen de tocht naar het kalifaat onaantrekkelijk voor mogelijke Syriëgangers. Maar IS lijkt daarop voorbereid: blijf thuis en pleeg daar aanslagen. luidt nu het devies.
IS pretendeert een islamitische staat „volgens de profetische wijze” te ontwikkelen, iets wat de nodige tijd en veiligheid vereist. Juist daarom is het onbegrijpelijk dat IS tegelijkertijd tal van landen met aanslagen uitdaagt om het kalifaat met bombardementen te bestoken.
In tegenstelling tot westerse staten denkt IS vanuit eeuwigheidsperspectief, waarbij tijdelijke tegenslagen zijn ingecalculeerd. In 2008 was de organisatie in Irak vrijwel weggevaagd, maar zeven jaar later is ze plotseling de grootste wereldwijde bedreiging geworden. Dit kon gebeuren doordat sinds 2008 de soennitische ontevredenheid in Irak naar ongekende hoogte steeg. IS speelde daar handig op in. Het pretendeert sindsdien de eer en waardigheid van soennitische moslims te beschermen.
Irak en Syrië staan momenteel centraal in de strijd tegen IS, en de realiteit is dat vooral Rusland en Iran de toekomst van deze twee staten zullen gaan bepalen. Moskou zal ervoor zorgen dat het huidige Syrische regime grotendeels intact blijft, terwijl Iran garant staat voor de sjiitische dominantie in Irak. Dit zorgt ervoor dat de woede en frustratie van de soennieten de komende jaren alleen maar zullen toenemen. Deze week berichtte de Arabische krant al-Quds al-Arabi iets wat hierbij als illustratie kan dienen.
De krant meldde dat tienduizenden wanhopige soennitische Irakezen uit de provincie Anbar zich voor de poorten van Bagdad bevinden. Ze mogen de Iraakse hoofdstad niet in als ze niet iemand in Bagdad hebben die garant voor hen staat. In diezelfde periode bezochten echter 500.000 (sjiitische) Iraniërs probleemloos de Iraakse hoofdstad. En dat gebeurt terwijl aan de rand van de hoofdstad bivakkerende soennitische Irakezen overlijden door gebrek aan medicijnen. Ze voelen zich tweederangsburgers in eigen land.
Zowel in Irak als Syrië wordt IS dagelijks gebombardeerd. Hierdoor zal ongetwijfeld het aantal potentiële jihadisten afnemen dat naar het kalifaat wil trekken. Dat vertaalt zich weer in een gebrek aan personeel voor allerlei dienstverlening voor de lokale bevolking van het kalifaat. Dit zou voor het leiderschap van IS problematisch moeten zijn, maar merkwaardig genoeg spreken zijn eigen publicaties dit tegen.
Allereerst roept IS sinds maanden moslims in het Westen op om niet naar het kalifaat te reizen. Ze moeten hun jihad in het Westen zelf beginnen. Dit weerlegt het standaardidee dat IS, in tegenstelling tot al-Qaida, uitsluitend geïnteresseerd is in de consolidatie van zijn kalifaat in Syrië en Irak. IS roept verder sympathisanten op om voor het geval ze toch willen vertrekken, dan niet naar Syrië, maar naar Libië te reizen. Vooral in Libië is de groei van de IS verontrustend en in verschillende studies werd de Libische stad Sirte reeds vergeleken met de Syrische stad Raqqa.
Daarmee lijkt IS op een veelkoppig monster: iedere keer als er een kop wordt afgeslagen, groeit er elders weer een nieuwe aan.