„Geboorte levenloos kind wordt niet ontkend”
DEN HAAG (ANP). Het is niet de bedoeling van het Burgerlijk Wetboek om de geboorte van een levenloos kind te ontkennen. Dat schrijft minister Ronald Plasterk op vragen over de wettelijke formulering dat een levenloos geboren kind wordt „geacht nooit te hebben bestaan”. Mensen hebben het daar soms moeilijk mee, blijkt uit vragen van de PvdA en ook uit een petitie.
De bepaling is volgens de minister alleen opgenomen om problemen op het terrein van het erfrecht te voorkomen. Dat gebeurt „door vast te stellen dat een levenloos geboren kind geen rechten en plichten kan hebben of aan andere personen kan overdragen”.
Plasterk heeft „alle begrip voor het intense verdriet van ouders van wie een kind levenloos ter wereld komt en ik begrijp hun behoefte om een officiële erkenning.” Maar daarin is voorzien. „Om die reden wordt een speciale akte van de burgerlijke stand opgemaakt, waarin op verzoek van de ouders de geslachtsnaam en de voornaam of voornamen van het kind worden vermeld. ”
Verder wordt er door de ambtenaar van de burgerlijke stand een akte van een levenloos geboren kind opgemaakt, die in het register van overlijden wordt opgenomen, aldus Plasterk.
Opname van deze kinderen in Basisregistratie Personen ligt lastig, want die is er puur voor de uitvoering door de overheid van haar taken. Het ligt ook juridisch ingewikkeld.
De minister kan zich verder ook „voorstellen dat er ouders zijn die juist niet willen dat hun levenloos geboren kind wordt geregistreerd, omdat zij dit een privéaangelegenheid vinden.”