Recensie: Masaaki Suzuki speelt Bach
Het lijkt oubollig: „toccata & fugue in d minor” op de omslag van het boekje als reclame voor je Bach-cd. In het geval van de (inmiddels voluit Nederlands-)Japanse dirigent en toetsenist Masaaki Suziki blijkt het echter volkomen terecht.
Wat hij op de onvolprezen schepping van Schnitger/Hinz/Ahrend in de Groningse Martini van Bachs bekendste orgelwerk maakt, is een regelrecht feest waarvoor de term ”bruisend” een understatement is. De spelkarakteristieken van leermeester Ton Koopman, drive, dynamiek en toegevoegde versieringen, zijn herkenbaar, maar Suzuki weet ze te paren aan superieure rust in de grote lijn. Gedurfd zijn de forse registratiewisselingen, tot grondstemmen en fluiten toe.
Het eigen geluid van Suzuki is zo mogelijk nog sterker in de Pastorale, een van de absolute hoogtepunten van de cd. In deel 1 wordt de landelijke sfeer niet geschapen door vriendelijke fluitjes, maar door (weliswaar bescheiden) tongwerken, in nagenoeg legato. Vrolijk en perfect kwinkelerende fluiten zijn er wel in het tweede deel. Het derde toont hét grote voordeel van de cantatedirigent: vocaal denken; mooier hoorde ik deze ”aria” niet. Het fugatische slot klinkt in een wervelend plenum.
Kiest Suzuki in de partita ”O Gott”, het Pièce d’Orgue en de Preludium en Fuga in g BWV 535 voor behoudender maar geenszins voorspelbare interpretaties, in de Canonische Veränderungen über ”Vom Himmel hoch”, een verbluffend staaltje van contrapuntisch vernuft, weet hij het Groningse orgel de fraaiste kleuren te ontlokken. De grote e-moll BWV 548 vormt het dramatische sluitstuk, waarin de brille van het begin op het luisterrijkst terugkeert. Grandioos en voorbeeldig.
Masaaki Suzuki plays Bach Organ Works on the Martinikerk Organ, Groningen; BIS Records (BIS 2111); € 17,95; www.bis.se
BWV 565
BWV 767
BWV 548