„Agressie in ons ziekenhuis nog veel erger”
Ziekenhuizen zouden een veilige plek moeten zijn. Dat zijn ze niet. Boze patiënten en opgefokte bezoekers geven steeds vaker een grote mond of delen zelfs een flinke klap uit. Verpleegkundige Marieke Hopman kreeg: „Vuile hoer, ga bij Albert Heijn werken” naar haar hoofd geslingerd.
Vijftien ziekenhuizen in Nederland deden van 1 januari 2003 tot 1 maart 2004 mee aan het Ziekenhuis Incident Registratiesysteem. In veertien maanden tijd meldden ze 409 gevallen van agressie met 427 slachtoffers. Omgerekend naar alle ziekenhuizen in Nederland -142 in totaal- komt het aantal gemelde incidenten op zo’n 4800.
Volgens Jan Franx, beleidsadviseur bij het Arboconvenant Ziekenhuizen, moet dat getal met twee worden vermenigvuldigd omdat slechts de helft van alle agressiegevallen wordt gemeld. Het werkelijke aantal ligt dus in de buurt van de 10.000. In 2,7 procent van de gevallen was medische behandeling nodig. Concreet: elke drie dagen moet er een ziekenhuismedewerker zelf naar de dokter omdat hij of zij het slachtoffer van agressie is geworden.
De cijfers werden donderdagmiddag gepresenteerd op de manifestatie Veiligezorg in Utrecht. Zo’n tweehonderd ziekenhuismanagers, beveiligingsmedewerkers en verpleegkundigen waren aanwezig. Eén ervan is Marieke Hopman, verpleegkundige op de afdeling spoedeisende hulp van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis in Amsterdam. „Eigenlijk is dit te gek voor woorden”, zegt ze in reactie op de cijfers. Ze deelt de conclusie van Jan Franx dat het beeld „schokkend” is.
Franx, ooit hoofd beveiliging van het Westfries Gasthuis in Hoorn, kwam in actie tegen agressie toen het aantal delicten in zijn ziekenhuis schrikbarend steeg. Samen met Hans Westrik, toen projectleider ”Veilig ondernemen” van de politie Noord-Holland-Noord, ontwikkelde hij het project Veiligezorg. Dit geeft ziekenhuizen concrete tips om agressie op de werkvloer te voorkomen.
Tot nu toe deden vijftien ziekenhuizen mee. Op het symposium kwamen er donderdag 27 bij. Waarom geweld in de zorg nog steeds toeneemt? Ziekenhuizen denken het probleem af te kopen met het ophangen van camera’s en verpleegkundigen accepteren het ’gewoon’ dat ze af en toe bedreigd worden. Dat laatste herkent Marieke Hopman. „Verpleegkundigen denken dat agressie bij hun beroep hoort. Maar wat wil je als agressie diverse keren per week en soms vrijwel dagelijks voorkomt?”
Hopman werkt nu vier jaar op de afdeling spoedeisende hulp. Ze heeft ontdekt wanneer agressie het vaakst tot een kookpunt komt. „Als de patiënt na een lange wachttijd eindelijk in de behandelkamer komt en daar hoort dat de arts er nog niet is omdat hij nog even zijn handen moet wassen.” Of de arts dat dan niet beter kan doen als de patiënt nog in de wachtkamer zit? Hopman zucht. „Dat kan ook. Maar het is onze gewoonte patiënten direct na elkaar binnen te roepen, zodat de arts meteen verder kan.”
Het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, waar Hopman werkt, doet nog niet mee aan het project Veiligezorg. Toch wordt er volgens haar wel bijna dagelijks over het thema gepraat. „Vooral over de vraag waar je als verpleegkundige de grens trekt. Een boze opmerking als: „Betaal ik hiervoor m’n ziekenfondspremie?” vind ik nog acceptabel, maar: „Vuile hoer, ga bij Albert Heijn werken”, is een stap te ver.”
Het uitdelen van gele en rode kaarten aan agressieve patiënten en bezoekers vindt Hopman een goed idee. Net als bij voetbal zijn gele kaarten een waarschuwing, rode een ontzegging van de toegang tot het ziekenhuis. Voor de Amsterdamse verpleegkundige lijdt het geen twijfel dat de cijfers uit het onderzoek slechts een deel van het probleem weergeven. „Als ik het zelf helemaal heb gehad met een bepaalde patiënt omdat die agressief is, schuif ik hem eerst door naar een collega. Gaat het daar ook fout, dan komen we in actie. Het Lucas Andreas registreert overigens alleen agressiegevallen waarbij de beveiligingsdienst in actie komt.”
Als Hopman hoort dat de ziekenhuizen die meededen aan het project gemiddeld bijna drie keer per maand te maken hadden met agressie, schudt ze mistroostig het hoofd. „Als dat waar is, valt het nog mee. Echt, het is bij ons veel erger.”